Terwijl de overheid Nederlanders oproept om zich voor te bereiden op noodsituaties zoals oorlog, stroomuitval of overstromingen, maakt UNICEF zich grote zorgen over een onderbelichte groep: kinderen. Zij worden over het hoofd gezien in de crisisaanpak. In het nationale of regionaal rampenplan worden zij niet tot nauwelijks expliciet genoemd, laat staan serieus voorbereid op noodscenario’s. En dat terwijl kinderen in crisissituaties juist kwetsbaarder zijn en specifieke bescherming nodig hebben.
© Daniella van Bergen
© Daniella van Bergen
UNICEF Nederland roept op tot directe actie: bereid kinderen beter voor op noodscenario’s én zorg dat hun belang en perspectief structureel worden meegenomen in alle crisisvoorbereiding. Volgens de VN-kinderrechtenorganisatie is het onaanvaardbaar dat kinderen onzichtbaar blijven in beleid dat bedoeld is om mensenlevens te beschermen. De organisatie doet daarom vandaag een dringende oproep aan de overheid: neem kinderen mee in alle crisisvoorbereidingen, geef ouders de juiste handvatten en zorg dat de behoeftes van kinderen ook in tijden van nood, zoals bij besluitvorming rondom noodmaatregelen, worden gewaarborgd.
UNICEF-directeur Suzanne Laszlo waarschuwt dat het ontbreken van kindgerichte maatregelen grote gevolgen kan hebben: “Kinderen zijn geen mini-volwassenen. Hun angsten, hun reacties en hun behoeften zijn fundamenteel anders. Als we hen niet serieus voorbereiden, lopen ze extra risico’s – fysiek, mentaal en emotioneel. Terwijl onze ervaring wereldwijd juist laat zien: als kinderen weten wat hen te wachten staat, handelen ze kalmer en veerkrachtiger in echte noodsituaties.”
De coronacrisis heeft pijnlijk blootgelegd wat er misgaat als kinderen geen plek hebben in de crisisvoorbereiding, stelt UNICEF. Ontwikkelingsschade, mentale problemen en het gebrek aan perspectief stapelden zich op, terwijl de onderbouwing van ingrijpende maatregelen richting kinderen veelal ontbrak. Het duurde lang voordat de gevolgen voor en de geluiden die kinderen en tieners lieten horen serieus genomen werden. Pas toen er cijfers en signalen binnen kwamen van een stijging van eetstoornissen, depressieve gevoelens en leerachterstanden werd de druk vanuit de maatschappij opgevoerd en had ook de politiek hier publiekelijk oog voor. “Hun stem klonk nauwelijks door in de besluitvorming. De lessen uit die periode zijn glashelder: zonder structurele aandacht voor kinderen in crisisbeleid worden hun belangen opnieuw het eerst vergeten, en het laatst hersteld.”, stelt Laszlo.
De VN-organisatie roept op tot directe aanpassingen in beleid en praktijk. Want als kinderen niet voorkomen in plannen, komen ze onvermijdelijk in de knel. UNICEF pleit voor gerichte actie. Ter voorbereiding op het debat in de Tweede Kamer over Veiligheid en Weerbaarheid stuurt UNICEF vandaag een brief naar Kamerleden en het kabinet met daarin drie aanbevelingen:
1. Neem kinderen mee in rampenplannen: Kinderen worden op dit moment niet of nauwelijks expliciet meegenomen in alle nationale en regionale rampenplannen. Dat zou wel moeten. Specifiek moet er worden gedacht aan:
2. Geef ouders handvaten om kinderen beter voor te bereiden op rampen: Door kinderen te betrekken in de voorbereiding op rampen, ontwikkelen zij een groter gevoel van veiligheid en is de kans op ontwikkelschade op de lange termijn minder groot. Laszlo: “Als we kinderen geen uitleg en handvatten geven, slaan zorgen om in angst. Door met kinderen in gesprek te gaan en ruimte te geven aan hun gedachten en zorgen, én door hen actief voor te bereiden, voorkom je paniek. Het bepaalt hoeveel schade je later voorkomt”. Ouders moeten hiervoor handvaten krijgen zodat zij:
Hun kinderen actief kunnen betrekken bij de voorbereiding op noodsituaties, bijvoorbeeld door samen een noodpakket samen te stellen met dingen die voor kinderen belangrijk zijn. Denk aan een favoriete knuffel, een vertrouwd boekje of een spelletje. Dat biedt praktische en emotionele houvast.
Samen met hun kind kunnen oefenen voor rampen: wat doe je als de stroom uitvalt? Waar spreken we af als we elkaar kwijt zijn? Wie bel je?
3. Zorg voor betere waarborging van kinderrechten in crisissituaties: Het VN-Kinderrechtenverdrag – waar Nederland zich aan heeft verbonden – stelt glashelder: het belang van het kind moet altijd een eerste overweging zijn in besluiten die hen raken. Dat is geen vrijblijvende wens, maar een juridische verplichting. Toch ontbreekt vaak elk spoor van die belangenafweging. Kinderrechten blijven onzichtbaar in beleid en besluitvorming – ook wanneer de gevolgen voor kinderen groot zijn. Besluitvorming moet daarom fundamenteel anders: het perspectief van kinderen moet standaard worden meegenomen, en inzichtelijk worden gemaakt. Niet omdat het belang van het kind altijd doorslaggevend moet zijn, maar omdat het altijd zichtbaar en serieus gewogen móet worden. Alleen dan kunnen bestuurders en politici worden aangesproken op hun keuzes. Alleen dan ontstaat eerlijke, toetsbare besluitvorming. En waar kennis over de impact op kinderen ontbreekt, moet die actief worden ingebracht. Want het idee dat een maatregel pas relevant is voor kinderen als die specifiek op hen is gericht, is misplaatst. Als beleid mensen raakt, dan raakt het kinderen – altijd.
UNICEF roept op om expliciet in de crisisbesluitvorming een plek te reserveren voor kinderen. Zodat zij niet over het hoofd worden gezien en hun belangen echt worden meegewogen.