meisje presenteert haar project voor de klas meisje presenteert haar project voor de klas

Mali: Wetenschappers in de Dop

In het schooljaar 2021-2022 is in Mali het project ‘Wetenschappers in de Dop’ gestart. UNICEF heeft dankzij haar donateurs dit project een jaar schooljaar gesteund. Hiermee heeft UNICEF de kwaliteit van het onderwijs verbeterd en schooluitval kunnen voorkomen, met een speciale focus op de bètavakken en de ondersteuning van meisjes.  

Waarom hulp nodig is 

Onderwijs is dé sleutel voor de ontwikkeling van een kind en van een samenleving. Zeker in Mali, waar meer dan de helft van alle inwoners jonger is dan 19 jaar. Helaas zijn de leerresultaten op scholen laag door de matige kwaliteit van het onderwijs. Meer dan de helft van de jongeren (15-24) kan niet lezen. 

Ook gaan meer dan 2 miljoen kinderen niet naar school. Dit komt door conflicten, een gebrek aan lesmateriaal, een tekort aan geschoolde docenten, gedwongen kinderarbeid en kindhuwelijken, en een gebrek aan goede sanitaire voorzieningen die cruciaal zijn voor meisjes.  

Van de meisjes gaat slechts rond de 30% naar de middelbare school. Dat terwijl onderwijs de beste investering in hun toekomst is: voor elk jaar onderwijs wordt de kans op een kindhuwelijk zes keer zo klein, en met elk extra jaar op de middelbare school kan hun toekomstig inkomen groeien met 25%. 

meisje in science club

Wat doet UNICEF

Met het ‘Wetenschappers in de Dop’ project zorgen we ervoor dat meisjes en jongens beter toegang krijgen tot kwalitatief (betà)onderwijs. In het eerste jaar is dit project gestart op 125 scholen rondom Bamako in het zuiden van het land. Na het succes van het eerste jaar is dit project uitgebreid naar meer scholen.

Per school worden 3 science clubs opgezet, waarvoor de leraren ook getraind worden zodat ze op een dynamische manier de betàvakken kunnen onderwijzen en ook levensvaardigheden zoals presenteren en samenwerken kunnen overdragen. Hierbij is er extra focus op het stimuleren van meisjes in deze vakken, omdat nog te vaak gedacht wordt dat ze hier niet goed in zijn. Meisjes krijgen ook sanitaire pakketten zodat ze niet thuis hoeven te blijven als ze ongesteld zijn.

Daarnaast is er in opgezette luistercentra psychosociale ondersteuning voor de leerlingen, waarmee schooluitval voorkomen kan worden. Ook zijn er per school meerdere jeugdclubs gestart met activiteiten als sport, kunst, en debatten over onderwerpen als geweld tegen meisjes, kindermishandeling, en armoede. 

Behaalde Resultaten met de steun uit Nederland 

  • 5.000 pakketten met lesmateriaal zijn geleverd. 
  • Er zijn 375 science clubs opgericht op 125 scholen. In de clubs worden verschillende wetenschappelijke experimenten gedaan, en zetten de studenten hun eigen project op. Die zijn gepresenteerd tijdens een landelijke science fair van 3 dagen. 
  • 647 onderwijzers zijn getraind, waaronder de begeleiders van de science clubs. Voor velen van hen was het meer dan 10 jaar geleden dat ze nog een training hebben gehad. 
  • Aan het begin van het project was slechts 38% enthousiast over het studeren van bètavakken, aan het eind zei 95% dat ze nu vertrouwen hadden in hun vaardigheden in de bètavakken. 
  • 4.500 meisjes hebben een pakket ontvangen met voldoende menstruatie- en hygiëneproducten voor het gehele schooljaar, zoals drie herbruikbare stoffen maandverbandjes, een stuk zeep, drie onderbroeken en een informatieboekje over menstruaties en puberteit. 
  • Op alle 125 scholen zijn luistercentra opgericht, waarvoor de begeleiders speciale trainingen hebben gehad. Hierdoor zijn 469 studenten die het risico liepen met school te stoppen geholpen. 
Diarra Maiga staat bij haar project

Diarra Maiga, lid van de science club van de Aminata Diop middelbare school.

Diarra over de science club

De 14-jarige Diarra Maiga is een van de leden van de science club op de Aminata Diop Middelbare School in Bamako. Ze was er zo enthousiast over dat ze een leider werd van haar club. “Dankzij de science clubs leren we niet alleen theorieën uit ons hoofd, maar krijgen we praktische ervaring en kunnen we de theorieën in het echt toepassen. Hiervoor was ik bang voor de betàvakken en dacht ik dat ze te moeilijk voor mij waren. Nu voel ik me er op mijn gemak bij. Zo kan ik nu een elektrisch circuit ontwerpen en installeren!”