Merendeel kinderen en jongeren niet dagelijks buiten om te...- UNICEF

Merendeel kinderen en jongeren niet dagelijks buiten om te spelen en chillen

10 juni 2025

Hoewel het merendeel van de kinderen en jongeren in Nederland wekelijks wel naar buiten gaat, is slechts één op de drie bijna elke dag even buiten voor zijn of haar plezier. Dat blijkt uit onze jongerenopiniepeiling die uitkomt aan de vooravond van de Internationale Dag van het Spelen. Een dag waar dit jaar ook de (kandidaat)Child Friendly Cities-gemeenten aandacht aan besteden.

Naarmate leeftijd kind stijgt minder vaak buiten

Uit de peiling onder meer dan 1.000 kinderen en jongeren (10-18 jaar) in Nederland naar hun vrijetijdsbesteding buiten, komt naar voren dat naarmate ze ouder worden, ze minder vaak buiten zijn. Waar 25 procent van de tien- tot elfjarigen nog elke dag buiten is, is dat onder vijftien- tot zeventienjarigen afgenomen tot zes procent.

Buitenspeeldag: gemeenten stimuleren buitenspelen

Om te laten zien dat buiten spelen leuk en gezond is voor kinderen, organiseren verschillende kandidaat Child Friendly Cities gemeenten activiteiten tijdens de Internationale Buitenspeeldag. Zo organiseert Gooise Meren activiteiten met kinderen in de asielopvang, sluit Hellendoorn aan bij de buitenspeeldag van een wijkvereniging en worden in Den Haag diverse activiteiten met kinderen georganiseerd.

Woonkamer voor de jeugd

“Buiten spelen en bewegen wordt nog wel eens weggezet als onbelangrijk of een luxe, maar niets is minder waar”, stelt Suzanne Laszlo, directeur UNICEF Nederland. “De buitenruimte is een woonkamer voor kinderen en jongeren. Ze ontmoeten er vrienden, kunnen er spelen, sporten en ontspannen. Daarmee draagt het bij aan hun veerkracht en dat van de samenleving.”

Inrichting buitenruimte van belang

Kinderen en jongeren die weinig tot nooit buiten zijn, geven als voornaamste reden dat zij thuis liever gamen, achter de computer of op hun telefoon zitten of tv kijken. Zo schrijft een van de ondervraagde jongeren dat ‘niemand iets wil, behalve gamen’. Laszlo: “Dat is zorgelijk. Het is belangrijk dat gemeenten hier aandacht voor hebben. Als gemeente kun je met de inrichting van buitenruimtes zorgen dat alle kinderen gestimuleerd worden om meer naar buiten te gaan. Vanuit het VN-Kinderrechtenverdrag hebben we ook met elkaar die verantwoordelijkheid. Het inventariseren van behoeftes van kinderen hoort daar bij”.

Behoeftes buitenruimte

Zo hebben meisjes vaker behoefte aan ‘bankjes en zitjes', waarbij voor jongens een sportplek belangrijker is. Wifi en een overkapping tegen de zon of regen worden vaak genoemd door oudere jongeren. Kinderen van 10-12 jaar willen vooral speeltoestellen en veiligheid. Hoewel de meeste jongeren (94%) nog nooit met de gemeente hebben gesproken over de inrichting van speel- en chillplekken, zou 28 procent dat wel willen.

Dit biedt een kans voor gemeenten om jongeren te betrekken, zodat we een publieke ruimte creëren die écht aansluit bij behoeften van kinderen, van alle leeftijden, gender en kinderen met en zonder beperking.

Jongerenopiniepeiling UNICEF

UNICEF voert jaarlijks meerdere representatieve peilingen uit onder minimaal 1000 jongeren (10-18 jaar). Zo onderzoeken we hoe jongeren denken over uiteenlopende maatschappelijke onderwerpen.