Twintig dorpen in het zuiden van Madagaskar krijgen steun van UNICEF en lokale partners om zowel de leefomgeving als de bevolking weerbaarder te maken voor de gevolgen van klimaatverandering. Lees hier alles over het project.
Madagaskar is een van de armste landen ter wereld. 78% van de bevolking leeft in armoede, 42% van de kinderen onder de 5 jaar is ondervoed, en de toegang tot schoon water is zeer beperkt. Daarbij wordt Madagaskar hard geraakt door klimaatverandering. In het zuiden heerst steeds vaker extreme droogte, waardoor toch al kwetsbare oogsten mislukken en de voedselzekerheid nog verder afneemt.
Kinderen lijden hevig onder deze situatie. Niet alleen hier en nu – door honger, ziekte en armoede – maar ook op de langere termijn – door een slechte gezondheid, achterstanden in de ontwikkeling en een bedreigde leefomgeving. Terwijl er juist een sterke generatie kinderen nodig is om een duurzamere en betere toekomst op te bouwen.
UNICEF wil in het zuiden van Madagaskar mensen en hun leefomgeving weerbaarder maken tegen extreme droogte en de impact van klimaatverandering, nu en in de toekomst.
UNICEF werkt samen met lokale partners in het programma Klimaatslimme dorpen. Twintig dorpen in het zuiden van Madagaskar krijgen steun om zowel de leefomgeving als de bevolking weerbaarder te maken voor de gevolgen van klimaatverandering. Daar hoort bij:
UNICEF stelt zich tot doel om twintig dorpen in het zuiden van Madagaskar tegen het einde van 2025 klimaatslim te hebben gemaakt.
Het project Klimaatslimme Dorpen is begin 2022 van start gegaan. Van de 20 dorpen die UNICEF Madagaskar de komende jaren wil bereiken, zijn er tot nu toe 10 geselecteerd. Alle dorpen liggen in “Le Grand Sud”, ofwel het diepe zuiden van Madagaskar. De twee dorpen die UNICEF Nederland in ieder geval beoogt te financieren zijn Besakoa en Ambatasola.
Sinds de start van de pilot heeft UNICEF onder meer de bouwbedrijven geselecteerd die de elektriciteit- en watersystemen gaan installeren in de dorpen. Ook heeft UNICEF de eerste stappen gezet in het stimuleren van ondernemerschap. Zo heeft UNICEF diverse gesprekken gevoerd met potentiële partners die ervaring hebben met het opzetten van handgemaakte zeepproductie in Madagaskar en die dit mogelijk ook binnen het Klimaatslimme Dorpen project kunnen gaan doen.
Bij het project Klimaatslimme dorpen draait alles om een integrale aanpak. De ene oplossing maakt de andere mogelijk, en de ene interventie kan niet zonder de andere. Denk bijvoorbeeld aan duurzame toegang tot zonne-energie, waardoor onder meer de watermanagementsystemen goed kunnen werken maar waarvan ook het onderwijs en de zorg profiteren. Alle maatregelen grijpen in elkaar en verbeteren de leefomstandigheden in de dorpen op verschillende vlakken. Deze sector-overstijgende aanpak maakt het project innovatief.
Het project begint met twintig dorpen in het zuiden van Madagaskar, waarin naar schatting zo’n 50.000 mensen wonen. Ongeveer de helft daarvan is kind.
Dat is zeker de bedoeling. UNICEF wil met de resultaten van dit project de overheid van Madagaskar ervan overtuigen om de klimaatslimme, integrale benadering over te nemen en verder op te schalen. Daarom betrekken we de overheid bij de uitvoer van het project en vergroten we ook de (technische) kennis van overheidspersoneel. Zo kan dit project als blauwdruk fungeren voor heel veel andere dorpen in Madagaskar.
UNICEF werkt samen met verschillende lokale en internationale partners:
Blijvend resultaat staat centraal in dit project. Daarom werken we nauw samen met de lokale gemeenschappen en onderzoeken we samen per dorp wat er precies nodig is. Zo creëren we lokaal ‘ownership’. Daarnaast richten we onze pijlen op de overheid van Madagaskar. Er is al een centraal National Climate Adaptation Plan en ons project sluit daar goed bij aan. Dit vergroot de kans dat het project ingebed wordt in het beleid. Ons uiteindelijke doel is dat op termijn de ondersteuning van UNICEF niet meer nodig is.
In de eerste plaats om verspreiding van ziektes door vervuild water te voorkomen. Maar er is nog een reden: als er op school geen schoon water is, worden de meisjes er vaak op uit gestuurd om water te gaan halen, vaak vele kilometers verderop. De tijd die zij noodgedwongen moeten besteden aan het halen van water betekent minder tijd voor onderwijs.
UNICEF wil ervoor zorgen dat les over klimaatverandering wordt opgenomen in het curriculum van de scholen in de dorpen – en uiteindelijk via beleid van de nationale overheid in het curriculum van alle scholen in Madagaskar. Dit willen we doen door onderwijsmaterialen te ontwikkelen en door leraren te trainen. Zo kunnen kinderen zich ontwikkelen tot klimaatbewuste burgers.
Madagaskar is een groot eiland ten oosten van Afrika. Het is 1.500 km lang en 600 km breed – ongeveer 15x zo groot als Nederland. In het midden van Madagaskar ligt een bergkam die het eiland verdeeld in heel verschillende klimaatzones. Het noorden en oosten is warm, vochtig en groen, onder invloed van de Indische Oceaan. Daar komen geregeld ook cyclonen voor. Het zuiden en westen van Madagaskar is droog en heet, onder invloed van het Afrikaanse continent. In het uiterste zuiden is de afgelopen jaren nauwelijks regen gevallen. De periodes van droogte nemen toe in frequentie en intensiteit, en dat zal door klimaatverandering alleen maar erger worden.
Dat komt in de eerste plaats doordat het zuiden van het land van zichzelf al zeer droog is – intensivering van die droogte komt extra hard aan. Daarnaast spelen milieuproblemen zoals ontbossing en verstuiving een rol – daardoor kan extreme droogte nog meer schade aanrichten. Tot slot is Madagaskar zo kwetsbaar doordat het een heel arm land is, met een zwakke waterinfrastructuur en een beperkte gezondheidszorg. Ook daardoor heeft klimaatverandering een onevenredig grote impact op het land en zijn bevolking.
In de eerste plaats: ernstige voedselonzekerheid. Voor kinderen in Madagaskar is ondervoeding, zowel acuut als chronisch, een groot probleem. Momenteel is zo’n 42% van de kinderen onder de 5 jaar ondervoed. In de tweede plaats: droogte zorgt ervoor dat het grondwaterniveau (nog verder) daalt en dat de waterkwaliteit (nog verder) verslechtert. In de zuidelijke regio heeft slechts 26% van de huishoudens toegang tot schoon water. 23% van de huishoudens besteedt meer dan drie uur per dag aan het halen van schoon water. Ziektes die te maken hebben met vervuild water, zoals cholera, liggen dan ook altijd op de loer. Vooral voor kinderen is dit erg gevaarlijk.
Cyclonen komen met name voor in het noorden en oosten van het land. In het zuiden heerst een heel ander klimaat en is extreme droogte het grootste probleem.
Per dorp wordt gekeken wat het beste systeem is voor die specifieke context. In sommige gemeenschappen worden nieuwe waterpunten geboord, waarna het water opgeslagen wordt in waterreservoirs en verder gedistribueerd wordt over de dorpen. In andere contexten zijn er bijvoorbeeld al watersystemen, maar werken ze niet goed. UNICEF herstelt die systemen dan. Ook kijkt UNICEF naar het opvangen van water, bijvoorbeeld via regenwateropvangsystemen, zanddammen en ‘fog harvesting’ (ofwel: het opvangen van water uit mist).
Watervoorzieningen in de regio Androy zijn erg beperkt. Slechts 26 procent van de mensen in de regio heeft basistoegang tot water. ‘Basistoegang’ houdt in dat mensen binnen 30 minuten lopen een waterpunt met schoon water kunnen bereiken. 23 procent van het aantal huishoudens in de regio moet drie uur per dag besteden aan het halen van schoon water bij bestaande waterpunten, omdat deze dus zo ver weg zijn. Het halen van water wordt in Madagaskar veelal gezien als een taak voor vrouwen en kinderen, met name meisjes. Dit heeft als extra negatief gevolg dat zij hierdoor minder tijd kunnen doorbrengen op school.
Klimaatverandering vormt een directe bedreiging voor de gezondheid, het welzijn en de ontwikkelingsmogelijkheden van kinderen. Kinderen lopen een groter risico op ondervoeding, (levensbedreigende) ziektes, onderwijsachterstanden en daarmee levenslange beperkingen. Ook kan klimaatverandering de armoede van gezinnen vergroten of er zelfs voor zorgen dat zij ontheemd raken. Dat leidt weer tot een toename van kinderarbeid en kindhuwelijken. UNICEF is de kinderrechtenorganisatie van de Verenigde Naties en zet zich daarom in om de impact van de gevolgen van klimaatverandering op kinderen te verkleinen.
Binnen de overheid van Madagaskar is het draagvlak voor klimaatslimme interventies groot. De overheid heeft een National Climate Adaptation Plan (2019) ontwikkeld. De benadering van UNICEF in het project Klimaatslimme dorpen sluit aan bij de prioriteiten van het National Climate Adaptation Plan. Dit maakt de kans groter dat de overheid het project zal inbedden in nationaal beleid. Daarnaast betrekt UNICEF nu al verschillende ministeries bij de uitvoer van het project.
Dat is zeker het doel van UNICEF. We willen dat de overheid het project opneemt in het nationale beleid en het project op die manier opschaalt en implementeert in andere delen van het land.
Zelfvoorzienendheid is een belangrijk punt voor UNICEF. Daarom werken we nauw samen met de lokale gemeenschappen en bekijken we samen welke specifieke interventies het best aansluiten bij de lokale behoeftes. Verder geven we voorlichting over klimaatverandering om draagvlak te creëren. Tot slot trainen en faciliteren we lokale ondernemers om het beheer en exploitatie van bijvoorbeeld de watervoorzieningen en composttoiletten om te pakken. Ook de overheid stimuleren we om het project op te nemen in het nationale beleid. Zeker in het begin zal de technische en financiële ondersteuning van UNICEF noodzakelijk zijn, maar ons uiteindelijke doel is dat dat niet meer nodig is.
De Algemene Vergadering van de Verenigde Naties heeft UNICEF het mandaat gegeven om namens de VN de rechten van kinderen wereldwijd te beschermen en eraan bij te dragen dat ieder kind ter wereld, met name de meest kwetsbaren, op kan groeien tot zijn of haar volledige potentieel. We zijn een Intergouvernmentele Organisatie (IGO), wat inhoudt dat vrijwel elk internationaal erkend, onafhankelijk land onderdeel uitmaakt van onze organisatie. Dit is ook terug te zien in UNICEF’s Raad van Bestuur: deze bestaat uit 36 lidstaten die om de 3 jaar rouleren. UNICEF bevindt zich in 193 landen. Dit betekent dan ook dat wij voor, tijdens én na een ramp/noodsituatie aanwezig in het land.
We werken nauw samen met verschillende ministeries en met lokale autoriteiten. UNICEF kan hierdoor een betekenisvolle invloed uitoefenen op het beleid van de landen waarin wij werken en eraan bijdragen dat het belang van het kind wordt meegenomen in de beslissingen die een overheid neemt. UNICEF heeft zo een unieke positie om structurele verbeteringen voor kinderen te bewerkstelligen.