NEW YORK – Verwacht wordt dat kinderarmoede in hoge-inkomenslanden nog ten minste vijf jaar boven het niveau van vóór de coronacrisis zal liggen. Toch is volgens een nieuw UNICEF-rapport slechts twee procent van de financiële steun die de regeringen wereldwijd tijdens de eerste golf verstrekten, bestemd voor de ondersteuning van kinderen en gezinnen.
Het rapport met de naam ‘Supporting Families and Children Beyond COVID-19: Social Protection in High Income Countries’ onderzoekt de sociale en economische impact van de pandemie op kinderen, de eerste reactie van overheden op de crisis en hoe het overheidsbeleid in de toekomst kan worden geoptimaliseerd om kinderen beter te ondersteunen.
'De impact van deze crisis op de jongste generatie is enorm en dat zie je tot nu toe niet terug in de overheidsuitgaven’, zegt Suzanne Laszlo, directeur van UNICEF Nederland. ‘Het ondersteunen van het bedrijfsleven heeft niet altijd een direct positief effect op de levens van kinderen. Omdat bedrijven niet altijd keuzes maken die de rechten van kinderen waarborgen en omdat juist de mensen in de kwetsbare beroepen hier niet van profiteren”, aldus Laszlo.
Tussen februari en eind juli 2020 is het historische bedrag van 10,8 biljoen USD besteed aan de coronacrisis in hoge-inkomenslanden. Daarvan werd ongeveer 90% besteed aan economische herstelplannen voor of via bedrijven, stelt het rapport. Ongeveer een derde van de OESO- en EU-landen die in het verslag zijn opgenomen, hebben geen beleid dat specifiek gericht is op de ondersteuning van kinderen.
Van de landen die wel hebben geïnvesteerd in sociale beschermingsmaatregelen voor kinderen en gezinnen - zoals kinderopvang, schoolmaaltijden en gezinstoelagen - duurde het merendeel van die steun gemiddeld drie maanden. Volgens UNICEF is dit onvoldoende om de verwachte duur van de crisis en de kinderarmoede op de lange termijn aan te pakken. Het verslag biedt daarom een leidraad om een beter evenwicht te vinden om tegemoet te komen aan de noden van zowel gezinnen met kinderen als aan de noodzakelijke steun voor het bedrijfsleven. Een aantal aanbevelingen:
De huidige fiscale steunmaatregelen in evenwicht brengen, zodat de uitgaven voor sociale bescherming kunnen worden verhoogd, in overeenstemming met de gegevens over wat werkt om kinderen in crisissituaties te beschermen. De openbare en particuliere kosten gelinkt aan de dalende levensomstandigheden van de kinderen zullen langdurig en duur zijn, aangezien er na verloop van tijd een grotere vraag zal komen naar ingrijpendere sociale interventies.
In het bijzonder moeten de criteria om in aanmerking te komen voor het bestaande gezinsbeleid worden versoepeld, inclusief arbeidsvoorwaarden, sociale bijdragen en het verblijf, zodat alle kwetsbare gezinnen met kinderen - bijvoorbeeld werkloze gezinnen, bijna-armen en recente migranten - op dit moment toegang hebben tot een uitkering.
Diversifieer de sociale bescherming om te voorzien in de behoeften van kinderen en hun gezinnen tijdens COVID-19, met inbegrip van inkomenssteun, schoolmaaltijden- en/of vervangingsdiensten, kinderopvang, gezondheidszorg, vrijstelling van betaling voor nutsvoorzieningen, huur en/of hypotheken.
Terwijl landen vooruitkijken naar een post-COVID-toekomst, moet gezorgd worden dat een inclusief gezinsbeleid - specifiek opgezet om kinderen te beschermen tegen armoede en om het welzijn van alle kinderen te verbeteren – centraal staat in het COVID-19-herstelbeleid.
De verderzetting van de ondersteuning van het bedrijfsleven kan voorwaarden omvatten om een gezinsvriendelijke en billijke investering van deze overheidsmiddelen te bevorderen – zoals de regeling van verlof en arbeidsvoorwaarden voor ouders - opties die tot nu toe onderbenut zijn gebleven in fiscale stimuleringspakketten.
Bescherm de bestaande kinder- en gezinsuitkeringen en -diensten tegen bezuinigingen, waarvan bekend is dat ze geweld, dakloosheid, slechte gezondheid en de plaatsing van kinderen in instellingen verhogen.
Kijk ten slotte naar de lange termijn, versterk de stelsels voor sociale bescherming en een kinder- en gezinsbeleid dat armoede voorkomt, om zoveel mogelijk vooruitgang te boeken om de doelstellingen voor duurzame ontwikkeling te realiseren en om veerkracht op te bouwen voor toekomstige schokken.
Het volledige rapport is via deze link te bekijken.