AMMAN – 'Regeringen moeten hun verantwoordelijkheid nemen en buitenlandse kinderen en hun ouders in het noordoosten van Syrië repatriëren voordat het te laat is. In het land van herkomst kunnen deze kinderen voldoende zorg ontvangen en zijn ze veilig tegen geweld en misbruik,' dat stelt UNICEF internationaal directeur Henrietta Fore.
Jongen in Al-Hol kamp krijgt hulpgoederen van UNICEF
© UNICEF
Jongen in Al-Hol kamp krijgt hulpgoederen van UNICEF
© UNICEF
Momenteel verblijven naar schatting 28.000 kinderen uit meer dan 60 verschillende landen in Noordoost Syrië. Daarvan zitten 20.000 kinderen in Irak, meestal in vluchtelingenkampen. Meer dan 80 procent van deze kinderen in jonger dan 12 jaar, 50 procent is jonger dan 5. Minstens 250 jongens, waarvan sommige jonger dan 9 jaar oud, zitten opgesloten. Hun werkelijke aantallen liggen waarschijnlijk veel hoger. 'Deze kinderen hebben dringend voldoende zorg en bescherming nodig,' zegt Fore. 'Zij vragen aan de wereld: wat zal er met ons gebeuren?'
Zeker 17 landen hebben al meer dan 650 kinderen gerepatrieerd. Velen van hen wonen nu bij familieleden. Sommige kinderen wonen bij hun moeder die met hen is teruggekeerd. UNICEF heeft enkele van deze kinderen geholpen te re-integreren in hun familie en gemeenschap. Fore: 'Deze kinderen zijn nu veilig, gaan naar school en herstellen van hun verschrikkelijke oorlogservaringen.'
UNICEF blijft zeer bezorgd over de veiligheid en het welzijn van deze kinderen. Dat geldt ook voor de tienduizenden Syrische kinderen die in de kampen en detentiecentra verblijven en dagelijks worstelen met overleven. Deze 40.000 kinderen zijn onlangs op de vlucht geslagen in noordoost Syrië. Sommigen zijn gescheiden van hun familie, gewond of gehandicapt geraakt vanwege het geweld.
UNICEF roept alle lidstaten en betrokken partijen op om het belang van het kind voorop te stellen. Dit betekent dat:
• In overeenstemming met het belang van het kind en in overeenstemming met internationale normen, moeten regeringen zorgen voor de veilige re-integratie van Syrische kinderen in hun gemeenschappen. En voor een veilige, waardige en vrijwillige terugkeer van buitenlandse kinderen naar het land van herkomst. Het behoud van familie-eenheid is daarbij van cruciaal belang voor de bescherming van kinderen.
• Alle lidstaten moeten de kinderen van uitreizigers naar Syrië identificatiedocumenten verstrekken om statenloosheid te voorkomen.
• Alle partijen moeten kinderen in welke situatie dan ook beschermen. Dit omvat het vermijden van aanvallen op burgers en civiele infrastructuur, zoals gezondheidscentra, watersystemen en scholen.
• Partijen moeten ook ongehinderde toegang door humanitaire organisaties mogelijk maken om hulp en zorg te bieden aan kinderen en gezinnen, inclusief die in gevangenissen.
• Detentie mag alleen een laatste redmiddel zijn en voor de kortst mogelijke tijd. Kinderen mogen niet worden vastgehouden uitsluitend op basis van vermoedelijke familiebanden met gewapende groepen of het lidmaatschap van familieleden in gewapende groepen. Als kinderen worden verdacht van het plegen van een misdrijf, moeten ze worden behandeld in overeenstemming met de beginselen van jeugdrecht, met een focus op hun revalidatie en terugkeer naar de maatschappij.