KATHMANDU, – Meer dan 1,3 miljoen kinderen zijn getroffen door het natuurgeweld van de afgelopen dagen in Sri Lanka, Bangladesh en Myanmar. Veel kinderen zijn nu dakloos en hebben dringende behoefte aan bescherming, voeding en gezondheidszorg.
‘Kinderen die het noodweer hebben overleefd worden momenteel bedreigd door het gebrek aan veilig drinkwater, onvoldoende hygiëne en beperkte toegang tot gezondheidszorg,’ aldus Manuel Fontaine, directeur Noodhulp bij UNICEF. ‘We moeten snel in actie komen om een veilige omgeving voor de kinderen te creëren en de verspreiding van overdraagbare ziektes zoals diarree-, cholera- of ademhalingsinfecties te beperken.’
UNICEF maakt zich in het bijzonder zorgen over kinderen en gezinnen die zich al in een onzekere situatie bevonden voordat het noodweer losbarstte. Hieronder vallen ook de 74.000 Rohingya vluchtelingen in Bangladesh en de 120.000 vluchtelingen in Myanmar. ‘De droevige realiteit is dat deze kinderen nu door een dubbele humanitaire crises zijn getroffen,’ aldus Fontaine. ‘Het is heel belangrijk dat we deze kwetsbare en gemarginaliseerde groepen bereiken met de nodige ondersteuning.‘ UNICEF zorgt op dit moment onder andere voor hygiëne kits, waterzuiveringstabletten, schoon water, dekzeilen en tijdelijke schoolruimtes.
De cycloon Mora, de overstromingen en de aardverschuivingen hebben veel schade aangericht. Zo zijn in Myanmar hele dorpen, scholen en vluchtelingenkampen verwoest. Aan de kwetsbare kust van Bangladesh zijn 2,8 miljoen mensen getroffen. Hetzelfde geldt voor 631.000 mensen in Sri Lanka, waarvan 77.000 mensen hebben moeten vluchten.