8,5 miljoen crisisbrochures, maar geen woord over kinderen, waarschuwt UNICEF
24 november 2025
De Rijksoverheid verspreidt de komende weken 8,5 miljoen brochures met tips om Nederlanders voor te bereiden op noodsituaties. Maar in de hele brochure wordt nauwelijks gesproken over kinderen. En dat terwijl kinderen en jongeren bijna dagelijks, in media en online, horen over dreigingen en mogelijke noodsituaties in Nederland. ‘Een ernstige omissie’, stelt UNICEF Nederland.

“Kinderen horen dat ze zich moeten voorbereiden, maar krijgen geen houvast hoe,” zegt Suzanne Laszlo, directeur van UNICEF Nederland. “De overheid zegt: maak met je gezin een plan, maar nergens staat hoe je met kinderen praat over wat er kan gebeuren, of wat ze zelf kunnen doen. We kunnen niet verwachten dat zij veerkrachtig reageren als we ze daar niet op voorbereiden. Door kinderen uitleg te geven, maak je ze niet banger, maar sterker.”
Kinderen zijn regelmatig alleen thuis zijn en moeten dus ook weten wat te doen bij stroomuitval of noodsignalen. “We leren als volwassenen waar de gaskraan zit, maar niet kinderen hoe ze hulp kunnen inschakelen,” aldus Laszlo. “Voorlichting, trainingen, uitleg op school en thuis, dát maakt kinderen weerbaar. En dat kan prima zonder dat ze zich zorgen gaan maken.”
Kinderen worden te veel en te vaak vergeten in de paraatheidscommunicatie: "Dat is onverstandig. Want zij krijgen heel goed mee dat er wat aan de hand is."
Een goed voorbeeld van hoe kinderen en jongeren meer meekrijgen dan door sommigen wordt aangenomen, blijkt uit representatieve jongerenpeiling, in oktober uitgevoerd in opdracht van UNICEF Nederland, waaruit blijkt dat van de 3,3 miljoen kinderen in Nederland, ruim 69 procent van de kinderen en jongeren aangeeft zich zorgen te maken te maken over oorlog in Nederland. Vooral meisjes (73%) en jonge kinderen van 10 tot en met 11 jaar (71%) geven aan gevoelens van angst en verdriet te ervaren. Schokkende beelden en berichten op zowel televisie als sociale media spelen daarbij de voornaamste rol, maar ook berichten vanuit de overheid over de noodzaak tot voorbereiden leiden tot zorgen onder jongeren.
Ook in crisisbeleid weinig specifiek aandacht voor kinderen
Ook in het crisisbeleid zelf ontbreekt structurele aandacht voor kinderen. Zo kent de overheid huisdieren wél als doelgroep, maar kinderen niet. “De aanname lijkt dat kinderen vanzelf wel bij hun ouders zijn of blijven,” zegt Laszlo. “Daarmee doen we tekort aan hun specifieke kwetsbaarheden, maar ook aan hun autonomie. Kinderen hebben recht op informatie die bij hun leeftijd past, zodat ze weten wat er gebeurt en wat zij kunnen doen.”
Wij roepen het kabinet op om bij noodsteunpunten, rampenplannen en crisiscommunicatie ook aan kinderen te denken. “Kijk naar Caribisch Nederland,” zegt Laszlo. “Daar zijn noodsteunpunten ingericht met luiers, babyvoeding, maar ook met spelletjes en boeken. In elke crisis moeten we eerst denken aan kinderen.”