Éen op de vijf kinderen voelde zich afgelopen maand onveilig online

17 november 2025

Eén op de vijf kinderen in groepen 5 t/m 8 van de basisschool voelde zich in de afgelopen maand nog onveilig online. Dat blijkt uit de antwoorden van ruim 218.000 leerlingen die meespeelden met de landelijke wedstrijd van de serious game MediaMasters, waaraan in totaal 290.000 leerlingen in 13.000 schoolklassen deze week meededen.

Een foto van een klas tijdens dat ze meedoen aan de serious game MediaMasters, de leerlingen hebben hun hand omhoog.

De antwoorden laten een zorgelijke trend zien: juist de jongere kinderen, leerlingen uit groep 5/6, voelen zich vaker onveilig dan de oudere leerlingen in groep 7/8. Onder de kinderen in groep 5/6 geeft 23 procent (bijna 18 duizend kinderen) aan dat ze in de afgelopen maand nog een onveilige ervaring online hadden, tegenover 17 procent in groep 7/8. Dat kunnen relatief kleine situaties zijn, zoals een leerling die zei: “Ik werd laatst uitgescholden op Roblox”. Maar ook grotere situaties, zoals een klasgenoot die aangaf: "Ik kreeg rare berichten met geblurde foto's."

Groot of klein: dit soort situaties kunnen een grote impact hebben op de mentale gezondheid en het veiligheidsgevoel van kinderen.  “Dat zou voor iedereen een wake-up call moeten zijn,” zegt Suzanne Laszlo, directeur UNICEF Nederland. “We laten kinderen niet onbeschermd achter op een druk kruispunt. Dan kunnen we dat online ook niet doen.”

"Ik kreeg ruzie op Roblox en toen gingen ze dreigen dat als ik niet uit het spel ging, ze mijn telefoonnummer online zouden zetten."

Volgens UNICEF en MediaMasters is het internet voor veel kinderen een plek waar vriendschappen ontstaan, plezier wordt gemaakt en vaardigheden worden ontwikkeld die in deze tijd onmisbaar zijn. “Dat is waardevol,” zegt Sarah Hijmans, specialist media & educatie MediaMasters. “Maar net als in de echte wereld heb je daar veilige plekken en een ouderlijk oogje in het zeil voor nodig, al kijk je maar vanuit het raam mee.” Nederlandse kinderen zitten gemiddeld zes uur per dag op hun telefoon, waarvan ruim tweeënhalf uur op sociale media. Toch worden cruciale kinderrechten, zoals het recht op privacy, ontwikkeling, bescherming tegen schadelijke content, en het recht op spelen, online nog onvoldoende geborgd.

Kinderen hebben online soms geheimen, en dat hoeft niet erg te zijn

Opvallend in de antwoorden is ook dat veel kinderen zeggen dat ze online dingen doen die hun ouders niet weten. 44 procent heeft “een paar kleine geheimen” en 11 procent heeft “best veel geheimen” online. Dat hoeft volgens UNICEF en MediaMasters niet zorgwekkend te zijn: geheimen horen bij opgroeien. “Kinderen ontwikkelen hun eigen wereld. Dat is gezond,” zegt Laszlo. “Maar in combinatie met een onveilig gevoel online wordt het wél een risico. Juist dan wil je dat kinderen weten dat er altijd iemand is met wie ze kunnen praten.”

UNICEF en MediaMasters zien dagelijks dat de digitale leefomgeving een positieve kracht kan zijn: kinderen leren nieuwe dingen, ontwikkelen vaardigheden, maken vrienden en kunnen zichzelf creatief uiten. Daarom moet die omgeving toegankelijk blijven. Maar dan wél eerlijk en veilig. “Het internet is een plek waar kinderen leven, spelen en leren, en dus een plek die we moeten beschermen,” zegt Laszlo. “Net zoals elke speeltuin veilig moet zijn. Niet door hem te sluiten, maar door hem goed in te richten.”

De organisaties roepen ouders, scholen, platforms en overheid daarom op om actief mee te kijken, duidelijke regels te ontwikkelen en kinderen serieus te nemen wanneer zij zich niet veilig voelen.

UNICEF Nederland en MediaMasters stelden de vragen aan leerlingen van groep 5/6 en 7/8 in MediaMasters, de serious game van Netwerk Mediawijsheid die jaarlijks door ruim ruim dertienduizend klassen wordt gespeeld tijdens de Week van de Mediawijsheid. Dit jaar deden meer dan 293.839 leerlingen mee aan de wedstrijd.