De situatie voor kinderen in de noodopvang is onhoudbaar. De aanhoudende crisis is schadelijk voor de ontwikkeling van de meer dan 2000 kinderen die daar wonen.
© UNICEF Nederland
'We zien hoe de situatie voor kinderen in de noodopvang week na week verder verslechtert. 'De noodopvang voldoet niet aan de minimumeisen voor opvang van kinderen die op de vlucht zijn. Hulporganisaties, maar ook COA laten weten dat dit echt niet meer kan. En toch worden er meer tenten neergezet die ongeschikt zijn voor kinderen, zoals vorige week in Soesterberg. Er verandert niets', zegt Suzanne Laszlo, directeur van UNICEF Nederland. ‘We laten deze kinderen aan hun lot over. Dat móet de overheid zich aantrekken. De staatssecretaris van Justitie en Veiligheid heeft ons eerder laten weten zich te bekommeren om de situatie van kinderen in de asielopvang. Het is tijd om de daad bij het woord te voegen. Voor het ministerie van Justitie en Veiligheid, maar ook voor het ministerie van Binnenlandse Zaken en gemeenten.'
Kinderen zijn de dupe, ondanks eerdere noodkreten, onderzoeken en toezeggingen dat het belang van kinderen serieus zal worden meegewogen. De situatie in de noodopvang is voor kinderen schadelijk en ongeschikt. Zij moeten met honderden anderen verblijven in overvolle opvanglocaties in tenten. Er is gebrek aan onmisbare basisvoorzieningen, zoals veiligheid, privacy, begeleiding en psychosociale hulp. Wij spraken met kinderen in verschillende noodopvanglocaties. Nala van 16: ’Er is geen deur in onze kamer, daarom blokkeren we ‘s nachts de opening, omdat er anders een vreemde aan je bed kan staan. De alleenreizende Karam (16) uit Syrië zegt: ‘Ik heb niemand om mee te praten en geen plek om even alleen te kunnen zijn.’ ‘We zitten meestal op de grond bij de kamer omdat er geen plek is om te spelen’, vertelt Eren (6).
Suzanne Laslzo: ‘Deze kinderen hebben al zo veel meegemaakt. Kinderen hebben een stabiele, rustige en veilige omgeving nodig om op te groeien. Deze kinderen zijn op de vlucht en zoeken bescherming. In plaats daarvan komen ze terecht in een opvangcrisis die de schade nog groter maakt.’
UNICEF roept op om kinderen voorrang te geven bij overplaatsing van grootschalige noodlocaties naar kleine opvanglocaties waar ruimte is om gewoon kind te zijn. Daarnaast wil UNICEF dat kinderen in de noodopvang voldoende zorg en psychosociale hulp krijgen en naar school kunnen. Veel verhuizen betekent naast aantoonbare schade voor hun ontwikkeling dat kinderen ook steeds naar een andere school moeten. Of soms niet naar school kunnen als er geen geschikt onderwijs in de buurt van de noodopvanglocatie is.