DAMASCUS – Het afgelopen jaar zijn meer kinderen dan ooit omgekomen in Syrië. Meer dan 1.100 kinderen vonden de dood. Dat zegt UNICEF, die vandaag terugblikt, nu de oorlog zijn negende jaar ingaat. De kinderrechtenorganisatie maakt zich zorgen over het leven van vijf miljoen kinderen die sinds hun geboorte niets anders kennen dan oorlog.
‘Ieder jaar denken we dat de situatie niet slechter kan worden voor kinderen, maar we hebben het altijd mis. Kinderen blijven vermoord worden, raken gewond of worden als strijder gerekruteerd,’ aldus Henrietta Fore, directeur UNICEF internationaal.
Momenteel sterft elke dag een kind in de strijd tegen IS in Barghouz. Duizenden mensen zijn inmiddels naar het vluchtelingenkamp Al-Hol vertrokken, zo'n 300 kilometer verderop in het noordoosten van Syrië. Daarvan zijn bijna zestig kinderen de afgelopen weken tijdens hun vlucht omgekomen. Het vluchtelingenkamp huisvest vooral moeders en kinderen. Mede door de strenge winter moeten zij iedere dag in extreem erbarmelijke omstandigheden zien te overleven.
UNICEF schat in dat bijna drieduizend kinderen in het Al-Hol-kamp van internationale komaf zijn. Velen van hen zijn jonger dan zes jaar, en niet gewenst in het kamp. ‘Dit zijn kinderen, geen terroristen,’ zegt de Vlaamse Geert Cappelaere, UNICEF-regiodirecteur Midden-Oosten. ‘Deze kinderen hebben recht op een jeugd en verdienen een eerlijke kans in het leven.’
De oorlog in Syrië heeft een enorme impact op kinderen. Ieder kind is wel beïnvloed door geweld, het verlies van familieleden of door de noodzaak te moeten vluchten. UNICEF helpt hen onder meer op het gebied van: onderwijs, gezondheidszorg, watervoorziening en veiligheid. Ze herenigt families en biedt psychosociale steun, zodat kinderen weer kind kunnen zijn.