Ongeveer 28% van de wereldwijd geïdentificeerde slachtoffers van mensenhandel is kind. In regio’s als Sub-Sahara Afrika en Centraal-Amerika & het Caribisch gebied loopt hun aandeel zelfs op tot respectievelijk 64% en 62%. Dat blijkt uit cijfers van UNICEF en ICAT (Inter-Agency Coordination Group against Trafficking), gepubliceerd aan de vooravond van de Werelddag tegen mensenhandel (30 juli).
Angst voor smokkelaars
Volgens UNICEF en ICAT is het aantal kinderen dat ten prooi valt aan mensenhandel waarschijnlijker nog groter dan uit de meest recente cijfers blijkt. Kinderen worden vaak niet opgemerkt als slachtoffer van mensenhandel, omdat ze uit angst voor hun smokkelaars hun mond houden. Ook ontbreekt het hen vaak aan informatie over wat ze zouden kunnen doen, wantrouwen ze autoriteiten, of vrezen ze te worden teruggestuurd.
Vluchtelingen, migranten en ontheemde kinderen lopen het grootste risico. Of ze nu aan oorlog en geweld ontsnappen, de armoede ontvluchten of op zoek zijn naar betere onderwijs- en toekomstmogelijkheden, er zijn te weinig mogelijkheden om legaal en veilig het land te verlaten. Dit vergroot de kans dat kinderen en hun familieleden gebruikmaken van illegale en gevaarlijke routes of dat kinderen alleen vertrekken en daardoor kwetsbaarder zijn voor geweld, misbruik en uitbuiting door mensenhandelaren.
‘Mensenhandel is een zeer reële bedreiging voor miljoenen kinderen over de hele wereld, vooral voor diegenen die zonder voldoende bescherming uit hun huizen en vertrouwde omgeving zijn verdreven’, aldus UNICEF-directeur Henrietta H. Fore. ‘Deze kinderen hebben dringend behoefte aan regeringen die voor hen opkomen en maatregelen nemen om ze te beschermen.’
Gebrek aan structurele oplossingen
Het ontbreekt vaak aan duurzame oplossingen voor minderjarige slachtoffers van mensenhandel, zoals langdurige hulp, psychologisch herstel en bescherming. Veel kinderbeschermingsinstanties beschikken over onvoldoende middelen en er is een tekort aan voogden en andere alternatieve zorg- en opvangregelingen. Daardoor worden kinderen vaak ondergebracht op plekken waar ze opnieuw trauma’s oplopen en/of opnieuw slachtoffer worden van uitbuiting en misbruik.
UNICEF en ICAT blijven aandringen op gericht overheidsbeleid en grensoverschrijdende oplossingen voor de veiligheid van kinderen, waaronder:
- Uitbreiding van veilige en legale uitreismogelijkheden zodat kinderen samen met hun familie kunnen reizen
- Een einde maken aan wettelijke en praktische obstakels die gezinshereniging in de weg staan
- Kinderbeschermingssystemen verbeteren zodat voorkomen kan worden dat kinderen slachtoffer worden van mensenhandel, geweld, misbruik en uitbuiting en als dat toch gebeurt, dat ze dan worden geïdentificeerd, doorverwezen en geholpen op een manier die aansluit bij hun behoeften, leeftijd en geslacht
-Zorgen voor duurzame oplossingen gebaseerd op een individuele beoordeling en erop toezien dat het kind deelneemt aan dit proces in een mate die past bij zijn/haar leeftijd
- Verbetering van grensoverschrijdende samenwerking en kennisuitwisseling tussen douane en kinderbeschermingsinstanties
- Invoering van snellere procedures voor gezinshereniging en alternatieve zorg- en opvangregelingen voor kinderen die zonder ouders reizen
-Voorkom maatregelen die kinderen kunnen dwingen om in hun eentje risicovolle(re) routes te kiezen om ontdekking door wetshandhavingsinstanties te voorkomen
noot voor de redactie:
*ICAT (Inter-Agency Coordination Group against Trafficking) is een samenwerkingsverband van o.a. ILO, IOM, OHCHR, UNHCR, UNODC, UNWOMEN, ICMPD, OSCE, Raad van Europa en SRSG on Sexual Violence in Armed Conflict. UNICEF is dit jaar ICAT-voorzitter.
ICAT stelde een achtergrond document op met de kernfeiten over de handel in kinderen.