In 2017 lagen kinderen in schokkend aantal conflicten onder vuur, zegt UNICEF

28 december 2017

NEW YORK - Kinderen in conflictgebieden lagen gedurende 2017 in schokkende aantallen onder vuur, waarschuwt UNICEF vandaag. Conflicterende partijen leven internationale wetgeving om de meest kwetsbaren te beschermen onvoldoende na.

‘Kinderen worden doelgericht aangevallen. Ze worden blootgesteld aan bruut geweld thuis, op school en op het speelplein’, aldus Manuel Fontaine, noodhulpdirecteur van UNICEF. ‘Deze aanvallen gaan jaar na jaar door, toch moeten we er niet gevoelloos voor worden. Dit soort gewelddadigheid mag niet de nieuwe standaard worden.’    

Wereldwijd waren kinderen doelwit: gebruikt als menselijk schild, gedood, verminkt of gedwongen te vechten. Verkrachting, gedwongen huwelijken, ontvoering en gedwongen slavernij zijn standaard geworden in conflicten, van Irak, Syrië en Jemen, tot Nigeria, Zuid-Soedan en Myanmar. In sommige gevallen ervaren kinderen die waren ontvoerd door extremistische groepen opnieuw mishandeling als veiligheidsdiensten hen opnieuw vastzetten. 

Miljoenen kinderen betalen indirect de prijs voor conflicten. Ze lijden aan ondervoeding, ziekte en trauma zodra basisvoorzieningen – zoals toegang tot voedsel, water, sanitaire voorzieningen, en gezondheid – beschadigd of niet meer toegankelijk zijn door de gevechten.   

In de loop van 2017:

  • De Centraal Afrikaanse Republiek zag, na maanden van gevechten, een dramatische toename in geweld waarbij kinderen gedood, verkracht, ontvoerd of geronseld werden door gewapende groepen. 
  • In de Kasai regio van de Democratische Republiek Congo heeft geweld 850.000 kinderen hun eigen huis doen ontvluchten. Meer dan 200 gezondheidscentra en 400 scholen werden aangevallen. Een geschatte 350.000 kinderen lijden extreme acute ondervoeding.   
  • In Noordoost Nigeria en Kameroen dwong Boko Haram minstens 135 kinderen om zelfmoordterrorist te zijn, bijna vijf keer zoveel als in 2016.  
  • In Irak en Syrië zijn kinderen gebruikt als menselijk schild in belegeringen. Zij werden vervolgens doelwit van scherpschutters en moesten intense bombardementen en geweld doorstaan.    
  • In Myanmar maakten Rohingya kinderen schokkend en wijdverspreid geweld mee terwijl ze aangevallen werden in de staat Rakhine en moesten vluchten. Kinderen in afgelegen grensgebieden van de staten Kachin, Shan en Kayin voelden de consequenties van de spanning tussen het leger van Myanmar en verschillende etnische gewapende groepen.        
  • In Zuid-Soedan, waar conflict en een instortende economie leidden tot hongersnood, werden meer dan 19.000 kinderen geronseld door strijdmachten en gewapende groepen. Sinds het conflict uitbrak in december 2013 raakten 2300 kinderen verwond of gedood.    
  • In Afghanistan werden in de eerste 9 maanden van het jaar bijna 700 kinderen gedood. 
  • In Somalië zijn in de eerste 10 maanden van 2017 1740 gevallen van ronselen van kinderen gemeld.   
  • In Jemen zijn bijna 5.000 kinderen gedood of verwond in de 1000 dagen die het conflict nu duurt. Meer dan 11 miljoen kinderen hebben humanitaire hulp nodig. Van de 1.8 miljoen kinderen die aan ondervoeding lijden, zijn 385.000 ernstig ondervoed met het risico te overlijden als zij niet spoedig hulp krijgen.  

UNICEF roept alle partijen in al deze conflicten op, om zich te houden aan verplichtingen van de internationale wetgeving om te stoppen met geweld tegen kinderen en het aanvallen van burger-infrastructuur, zoals scholen en ziekenhuizen. Staten met invloed over partijen in deze conflicten moeten die invloed gebruiken om kinderen te beschermen.