Alarmerende stijging inzet kinderen bij bomaanslagen Boko Haram

12 april 2017

DEN-HAAG/DAKAR – Het aantal kinderen dat door Boko Haram wordt gebruikt bij ‘zelfmoord’ aanslagen in het Tsjaadmeer conflict, is in het eerste kwartaal van 2017 al opgelopen tot 27 kinderen. In 2016 waren dit in dezelfde periode 9 kinderen.

Uit een nieuw rapport van UNICEF dat vandaag uitkwam, blijkt dat de verschrikkelijke tactiek van bomaanslagen door kinderen steeds vaker wordt toegepast door gewapende groepen. Voor zo ver bekend zijn er sinds 2014, 117 kinderen ingezet bij zelfmoordaanslagen op openbare plekken in Nigeria, Tsjaad, Niger en Kameroen. Vier kinderen in 2014, 56 in 2015, 30 in 2016 en in het eerste kwartaal van 2017 al 27 kinderen. Vooral meisjes worden vaak ingezet bij deze aanslagen.

'Dit is de meest verschrikkelijke manier waarop kinderen kunnen worden ingezet tijdens een conflict', zegt Marie-Pierre Poirier, regionaal directeur UNICEF in West en Centraal Afrika.

Een resultaat van het toegenomen aantal bomaanslagen door kinderen is dat jonge kinderen en zelfs baby’s als verdachte gezien worden bij markten, controleposten en andere openbare plekken. Er heerst grote angst dat deze kinderen explosieven bij zich dragen. Dit moet voorkomen worden, zegt Poirier. 'Deze kinderen zijn slachtoffers, geen misdadigers. Kinderen zouden nooit gedwongen of misleid mogen worden om zulke verschrikkelijke daden uit te voeren.'

In het rapport, dat precies drie jaar na de ontvoering van de 200 schoolmeisjes uit Chibok uitkwam, staan verontrustende verklaringen van kinderen die gevangen gehouden werden door Boko Haram. Het laat zien dat deze kinderen bij terugkomst in hun gemeenschap erg gewantrouwd worden. Uit interviews met deze kinderen blijkt dat velen hun gevangenschap door Boko Haram geheim proberen te houden uit angst voor stigmatisering en zelfs gewelddadige wraakacties vanuit hun eigen omgeving. Hierdoor worden sommige kinderen gedwongen om deze trauma’s in stilte te verwerken.

Kinderen die opgepakt worden bij controleposten uit verdenking van betrokkenheid bij een gewapende groepering worden voor langere tijd in bewaring genomen. In 2016 werden bijna 1500 kinderen opgepakt, 592 hiervan wachten nog altijd op hun vrijlating.

UNICEF roept betrokken partijen op om de volgende maatregelen te nemen om kinderen in de Tsjaadmeer regio te beschermen:

  • Stop de ernstige schendingen tegen kinderen door Boko Haram, waaronder het werven en inzetten van kinderen in gewapende conflicten als ‘zelfmoord terroristen’.
  • Draag kinderen zo snel mogelijk over van militaire detentie naar het civiele rechtssysteem, ook kinderen die in hechtenis gehouden worden omdat ze ervan verdacht worden betrokken te zijn bij gewapende groeperingen. Hier moeten goede protocollen voor ontwikkeld worden. Deze kinderen moeten steun krijgen van lokale autoriteiten en geholpen worden bij het re-integreren in de samenleving.
  • Bied zorg en bescherming aan alleenstaande minderjarigen. Alle kinderen die getroffen worden door deze crisis hebben psychosociale hulp en een veilige plek nodig om te herstellen.

In 2016 heeft UNICEF in Nigeria, Tsjaad, Kameroen en Niger 312.000 kinderen bereikt met psychosociale steun en meer dan 800 kinderen herenigd met hun familie. Ook werkt UNICEF samen met gemeenschappen en families om de stigmatisering tegen kinderen die door gewapende groepen ontvoerd zijn geweest tegen te gaan en hen een veilige omgeving te bieden.

Door gewapende conflicten zijn meer dan 1,3 miljoen kinderen in deze regio ontheemd. UNICEF steunt, ook met fondsen van Giro 555, lokale overheden om getroffenen te voorzien van veilig drinkwater, levensreddende zorg en medicijnen, onderwijs en behandelingen voor ondervoede kinderen.