Hongersnood treft Zuid Soedan

20 februari 2017

Juba – In Zuid Soedan is hongersnood vastgesteld, waarschuwen UNICEF, het Wereldvoedsel-programma en de Voedsel en Landbouworganisatie FAO. Circa 100.000 mensen dreigen van honger te sterven door oorlog en de ingestorte economie. Nog eens 1 miljoen mensen staan op de rand van hongersnood, een aantal dat de komende maanden kan toenemen tot 5,5 miljoen. Snelle actie is nodig om verder lijden te voorkomen.

Het gebied Unity State in het noorden is er het ernstigst aan toe: hier sterven nu al mensen van de honger. De situatie is het meest urgent, sinds gevechten meer dan drie jaar geleden uitbraken.

“Meer dan 1 miljoen kinderen zijn ernstig acuut ondervoed. Als we deze kinderen niet snel bereiken zullen velen sterven”, aldus Jeremy Hopkins, directeur van UNICEF in Zuid Soedan. “We roepen alle partijen op om hulporganisaties ongehinderd toegang te verlenen tot de getroffen mensen. Alleen dan kunnen we een grote ramp voorkomen.”

Volgens de het IPC, dat voedselschaarste en beleid rond voedselveiligheid analyseert, heeft in totaal 40 procent van de Zuid-Soedanese bevolking dringend voedsel nodig, en hulp om de landbouw weer op te starten. Toegang tot hongerende mensen in het conflictgebied is snel nodig om de dreigende ramp tegen te gaan.

"Met name kinderen zijn enorm kwetsbaar voor overlijden door ondervoeding", legt Laura Westendorp van UNICEF Nederland, die eerder Zuid Soedan bezocht, uit. "Verzwakt door gebrek aan voedsel worden ze sneller ziek en overlijden mogelijk. Wie overleeft kan achterstand in mentale en fysieke groei oplopen en houdt daar mogelijk zijn hele leven last van. Afschuwelijk."

Ondervoeding is het grootste risico voor de bevolking. Velen moesten vluchten voor het conflict en hebben sindsdien amper toegang tot gezondheidszorg en sanitaire voorzieningen. Volgens het IPC rapport lijdt in 14 van de 23 provincies meer dan 15 procent van de mensen aan acute ondervoeding, in sommige gebieden zelfs 42 procent. Veel mensen hebben alle bronnen waaruit ze voedsel kunnen krijgen uitgeput. Van origine zijn de meesten boer, maar de oorlog heeft landbouw lamgelegd. Mensen hebben geen vee meer, en geen landbouwwerktuigen. Al maanden lang zijn ze totaal afhankelijk van de planten die ze kunnen vinden en de vis die ze kunnen vangen. De heropleving van het conflict in juli vorig jaar heeft de moeilijkheden gebracht in de eerder rustige gebieden.

De enorme inflatie – jaar in jaar uit 800 procent – en het verstoren van de markt hebben ook mensen geraakt die normaal afhankelijk zijn van het kopen van voedsel. De stedelijke bevolking heeft grote moeite met de torenhoge prijzen van basisvoedsel.

FAO, UNICEF en WFP hebben sinds de start van het conflict grote hulpoperaties uitgevoerd om de ergste nood te lenigen. Streven is dit jaar 4,1 miljoen mensen te helpen om door het hongerseizoen heen te komen. Hieronder zal onder andere noodvoedselhulp, geld, schoolmaaltijden en hulp in gemeenschappen vallen.

UNICEF streeft er naar om in 2017, 207.000 kinderen te behandelen voor acute ondervoeding. Om dit te realiseren werken ze nauw samen met 40 partners waaronder WFP. Samen weten ze gemeenschappen te bereiken in de meest afgelegen locaties. Tijdens deze missies worden duizenden kinderen behandeld voor ondervoeding en krijgen ze ook inentingen, water en sanitaire voorzieningen, hierdoor zal ondervoeding in de toekomst minder snel een probleem zijn voor deze kinderen.

Het gebied Unity State in het noorden is er het ernstigst aan toe: hier sterven nu al mensen van de honger. De situatie is het meest urgent, sinds gevechten meer dan drie jaar geleden uitbraken.

“Meer dan 1 miljoen kinderen zijn ernstig acuut ondervoed. Als we deze kinderen niet snel bereiken zullen velen sterven”, aldus Jeremy Hopkins, directeur van UNICEF in Zuid Soedan. “We roepen alle partijen op om hulporganisaties ongehinderd toegang te verlenen tot de getroffen mensen. Alleen dan kunnen we een grote ramp voorkomen.”

Volgens de het IPC, dat voedselschaarste en beleid rond voedselveiligheid analyseert, heeft in totaal 40 procent van de Zuid-Soedanese bevolking dringend voedsel nodig, en hulp om de landbouw weer op te starten. Toegang tot hongerende mensen in het conflictgebied is snel nodig om de dreigende ramp tegen te gaan.

"Met name kinderen zijn enorm kwetsbaar voor overlijden door ondervoeding", legt Laura Westendorp van UNICEF Nederland, die eerder Zuid Soedan bezocht, uit. "Verzwakt door gebrek aan voedsel worden ze sneller ziek en overlijden mogelijk. Wie overleeft kan achterstand in mentale en fysieke groei oplopen en houdt daar mogelijk zijn hele leven last van. Afschuwelijk."

Ondervoeding is het grootste risico voor de bevolking. Velen moesten vluchten voor het conflict en hebben sindsdien amper toegang tot gezondheidszorg en sanitaire voorzieningen. Volgens het IPC rapport lijdt in 14 van de 23 provincies meer dan 15 procent van de mensen aan acute ondervoeding, in sommige gebieden zelfs 42 procent. Veel mensen hebben alle bronnen waaruit ze voedsel kunnen krijgen uitgeput. Van origine zijn de meesten boer, maar de oorlog heeft landbouw lamgelegd. Mensen hebben geen vee meer, en geen landbouwwerktuigen. Al maanden lang zijn ze totaal afhankelijk van de planten die ze kunnen vinden en de vis die ze kunnen vangen. De heropleving van het conflict in juli vorig jaar heeft de moeilijkheden gebracht in de eerder rustige gebieden.

De enorme inflatie – jaar in jaar uit 800 procent – en het verstoren van de markt hebben ook mensen geraakt die normaal afhankelijk zijn van het kopen van voedsel. De stedelijke bevolking heeft grote moeite met de torenhoge prijzen van basisvoedsel.

FAO, UNICEF en WFP hebben sinds de start van het conflict grote hulpoperaties uitgevoerd om de ergste nood te lenigen. Streven is dit jaar 4,1 miljoen mensen te helpen om door het hongerseizoen heen te komen. Hieronder zal onder andere noodvoedselhulp, geld, schoolmaaltijden en hulp in gemeenschappen vallen.

UNICEF streeft er naar om in 2017, 207.000 kinderen te behandelen voor acute ondervoeding. Om dit te realiseren werken ze nauw samen met 40 partners waaronder WFP. Samen weten ze gemeenschappen te bereiken in de meest afgelegen locaties. Tijdens deze missies worden duizenden kinderen behandeld voor ondervoeding en krijgen ze ook inentingen, water en sanitaire voorzieningen, hierdoor zal ondervoeding in de toekomst minder snel een probleem zijn voor deze kinderen.