De situatie van kinderen in Aleppo en heel Syrië bereikt een nieuw dieptepunt door de gevechten en de invallende winter. “Zelfs naar Syrische standaarden zijn de recente bombardementen op Aleppo zeer intens”, zegt Hanaa Singer, directeur van UNICEF Syrië die zojuist terugkeerde uit Aleppo. Alleen al de afgelopen tien dagen zijn minimaal 31.500 mensen ontheemd vanuit Oost-Aleppo. Volgens de laatste schattingen is minimaal de helft kind. In het belegerde deel van de stad wonen ongeveer 100.000 kinderen wiens leven nu dagelijks gevaar loopt.
“Het opvangcentrum was een groot, koud en vochtig pakhuis waar ontheemde gezinnen ineengedoken op de grond samen zaten”, vertelt Singer na een bezoek aan het opvangcentrum in de wijk Jibreen, gelegen in West-Aleppo. Ze hoorde daar van kinderen hoe ze soms wekenlang in kelders ondergedoken bleven tijdens de bombardementen op het belegerde Oost-Aleppo. Kinderen konden nu weer spelen en en buiten zijn. “Tegelijkertijd misten ze hun vrienden, vaders en oudere broers. De beschietingen en explosies gingen ondertussen onverbiddelijk en oorverdovend door. De kinderen lachten als ik ineenkromp bij de vreselijke oorlogsgeluiden. Het was geen oprechte lach maar een reactie als gevolg van een volledig verlies van normaliteit. Ook zij waren bang.”
Singer bezocht ook Hanano, een wijk in Oost-Aleppo die sinds 27 november is heroverd door de regering. De verwoesting is daar enorm, vertelt Singer. “Overal geëxplodeerde munitie, compleet gestripte appartementen, kapotte ziekenhuizen en verwoeste scholen.” UNICEF verstrekt dekens, winterkleding en schoon water in wijken waar de bevolking nu terugkeert, zoals Hanano. Daarnaast bereidt UNICEF de reparatie van het waternetwerk in Aleppo voor zodat 1,2 miljoen mensen schoon drinkwater hebben.
“Soms lijkt het alsof de wereld alleen maar aandacht heeft voor Aleppo”, zegt Singer. “Maar Aleppo is niet het enige gebied waar mensen in deze afschuwelijke omstandigheden leven. Oost-Aleppo is slechts één van de zestien belegerde gebieden in Syrië. Wij schatten dat ongeveer een half miljoen kinderen vast zitten in deze gebieden.”
Madaya, een stad ten noordwesten van Damascus, is een van de belegerde gebieden die Singer eerder dit jaar bezocht. “Ik was geschokt toen ik de omstandigheden hoorde waar de mensen in verkeerden. Mensen overleven daar op bladeren en gras. Ik werd meegenomen naar het “gezondheidscentrum”. Het was niet meer dan een kamer in de kelder van een huis. In het duister lagen zieken op blauwe dekens op de vloer. De dokter, de enige kinderarts in de stad, nam me mee naar het enige echte bed. Daar lagen twee uitgemergelde jonge mannen. Ze waren half bewusteloos. Ali (16) zweefde tussen leven en dood. Mijn collega probeerde zijn leven te redden door hem te reanimeren, maar hij stierf voor onze ogen. Zijn familie zat ineengedoken in de hoek, ze waren te zwak om te rouwen.”
In Syrië leven circa 6 miljoen kinderen die enorm lijden onder bombardementen, beleggingen en andere oorlogshandelingen. UNICEF kan een verschil maken, maar het is nooit genoeg. Zolang het conflict doorgaat, zullen kinderen in Syrië moeten lijden. UNICEF is bereid om er alles aan te doen om kinderen te helpen. Daarom riskeren onze medewerkers dagelijks hun leven voor de kinderen van Syrië.
De kinderen van Syrië geven niet op en wij mogen dat ook niet doen. UNICEF doet er alles aan om de kinderen te ondersteunen en ze kansen te geven.
UNICEF roept alle partijen op om te stoppen met het aanvallen van burgers, scholen en ziekenhuizen. Het stoppen met het rekruteren en gebruik van kinderen in krijgsmachten en het stoppen van het bezetten van gebieden als oorlogsstrategie.
“Syrische families en Syrische kinderen hebben maar een wens: om terug te keren naar huis, terug naar het leven in vrede en iets toe te voegen aan de wederopbouw van hun prachtige land. Wij moeten hen die kans geven,” aldus Singer.