Wereldbank en UNICEF: 385 miljoen kinderen leven in extreme armoede

3 oktober 2016

Meer gerichte financiële ondersteuning biedt kinderen uitweg uit armoede

NEW YORK, DEN HAAG - Kinderen leven ruim twee keer zo vaak in extreme armoede als volwassenen. Dat blijkt uit het vandaag verschenen rapport ‘Een einde aan extreme armoede, focus op kinderen’ van de Wereldbank en UNICEF. Van alle kinderen in ontwikkelingslanden leefde in 2013 19,5 procent in een huishouden met een inkomen van 1,90 dollar per persoon per dag of zelfs nog minder. Voor volwassenen was dat percentage 9,2 procent.

“Deze cijfers tonen aan dat kinderen onevenredig hard worden getroffen door armoede”, zegt Jolijn van Haaren, kinderrechtenexpert bij UNICEF Nederland. “Dit is des te schrijnender omdat er bewezen effectieve manieren zijn om kinderen te helpen.” Door gezinnen elke maand een kleine financiële bijdrage te geven, krijgen kinderen meer en betere voeding, gaan ze langer naar school en is er een uitweg uit de armoede.

UNICEF pleit dan ook voor grootschalige inzet op sociale bescherming (een sociaal vangnet) om de meest kwetsbaren te helpen. De Nederlandse overheid ondersteunt op kleine schaal het opzetten van zo’n systeem voor kinderbijslag in Malawi, Mozambique, Zimbabwe, Zambia en Ethiopië. De Nederlandse Mayke Huijbregts werkt daaraan voor UNICEF in Mozambique en riep afgelopen donderdag de Nederlandse overheid op om deze vorm van armoedebestrijding een groter onderdeel te laten worden van het Nederlands ontwikkelingssamenwerkingsbeleid.

Kinderen lopen niet alleen een grotere kans om in extreme armoede te leven, de gevolgen zijn van armoede zijn vooral voor de jongsten het meest schadelijk. “De ontberingen die zij lijden zijn van invloed op de ontwikkeling van hun lichaam en geest," zegt directeur UNICEF Anthony Lake. "Het is schokkend dat de helft van alle kinderen in Afrika bezuiden de Sahara en een op de vijf kinderen in ontwikkelingslanden opgroeien in extreme armoede. Het beperkt niet alleen hun eigen toekomst, maar ook die van hun samenlevingen."

Sub-Sahara Afrika kent zowel het hoogste percentage kinderen dat in extreme armoede leeft (bijna 50 procent), als het grootste deel van de extreem arme kinderen wereldwijd (ruim 50 procent). In Zuid-Azië wonen bijna 36 procent van de extreem arme kinderen, met ruim 30 procent alleen al in India. Meer dan vier van de vijf kinderen in extreme armoede wonen op het platteland.

Ook als gekeken wordt naar iets hogere inkomens blijkt dat kinderen onevenredig hard worden getroffen door armoede. Ongeveer 45 procent van de kinderen leeft in een huishouden dat moet rondkomen van minder dan 3,10 dollar per dag per persoon, vergeleken met bijna 27 procent van de volwassenen.

UNICEF en de Wereldbank roepen regeringen op:

• Meet armoede onder kinderen regelmatig op nationaal en decentraal niveau en richt nationale plannen om in 2030 extreme armoede te eindigen op kinderen.

• Versterk stelsels voor sociale bescherming, zoals cash transfer programma’s waarin arme gezinnen geld krijgen voor voedsel, gezondheidszorg, onderwijs en andere diensten die kinderen beschermen en hun kansen verbeteren om armoede te doorbreken.• Geef prioriteit aan investeringen in onderwijs, gezondheidszorg, schoon water, sanitaire voorzieningen en infrastructuur die de armste kinderen ten goede komen. En aan investeringen die voorkomen dat mensen terugvallen in armoede na tegenslagen, zoals droogte, ziekte of economische instabiliteit.• Zorg dat economische groei ten goede komt aan de armste kinderen.

UNICEF en de Wereldbank werken samen met partners om cycli van armoede te doorbreken en de ontwikkeling van jonge kinderen te bevorderen. Dat doen ze met programma’s van cash transfers, voeding en gezondheidszorg tot onderwijs.

De schatting van extreme armoede onder kinderen wereldwijd is gebaseerd op gegevens uit 89 landen, 83 procent van de bevolking van ontwikkelingslanden.

Eerder dit jaar verscheen een grote studie van de Wereldbank naar armoede en welvaart. Daaruit bleek dat in 2013 ongeveer 767 miljoen mensen wereldwijd moesten rondkomen van minder dan 1,90 dollar per dag en dat de helft van hen kinderen tot 18 jaar betrof.