UNICEF: 1,4 miljard dollar nodig voor kinderen in humanitaire crises

25 januari 2013

Dit jaar heeft UNICEF bijna 1,4 miljard US dollar nodig om hulp te kunnen bieden aan kinderen die worden getroffen door conflicten, natuurrampen of andere complexe noodsituaties. In totaal gaat het om kinderen in 45 landen en regio's. Dat meldt UNICEF vandaag in haar'Humanitarian Action for Children Report 2013'. De fondsen die de VN-kinderrechtenorganisatie met dit jaarlijkse rapport werft, zullen ook gaan naar het verbeteren van de rampenparaatheid van landen en het versterken van de weerbaarheid van gemeenschappen bij nieuwe noodsituaties.

"We zitten nog in de eerste maand van 2013, die al enorm zwaar blijkt te zijn voor miljoenen kinderen in Syrië en voor de Syrische vluchtelingen in de buurlanden. Ook Mali en de Centraal-Afrikaanse Republiek hebben te maken conflicten, die een bedreiging vormen voor de levens van kinderen en vrouwen", zegt Ted Chaiban, hoofd van de noodhulpafdeling van UNICEF. "In noodsituaties zijn kinderen bijzonder kwetsbaar. Ze verkeren vaak in ongezonde en onveilige omstandigheden en lopen risico op ziekte, geweld, uitbuiting en verwaarlozing."

In het 'Humanitarian Action for Children 2013'-rapport staan zowel landen die de krantenkoppen halen als landen die minder aandacht van de media krijgen, zoals Tsjaad, Colombia, Ethiopië, de Filippijnen, Somalië en Jemen. Deze landen hebben echter ook dringend aandacht en hulp nodig. "De complexe noodsituatie in Syrië is een belangrijk aandachtspunt in het wereldwijde noodhulpprogramma van UNICEF", aldus Chaiban. "Maar we leveren ook concrete resultaten voor kinderen in zeer uitdagende en grotendeels vergeten noodsituaties over de wereld."

Meer dan 85 procent van de financiële behoeften is bestemd voor andere situaties dan de situatie in Syrië en de daarmee gepaard gaande vluchtelingencrisis. De 45 landen en regio's in het rapport zijn prioriteiten als gevolg van de omvang van de crisis, de urgentie van de impact ervan op kinderen en vrouwen, de complexiteit van de hulpverlening en de capaciteit om daadwerkelijk hulp te kunnen verlenen.

Met het geld dat UNICEF in 2013 voor haar noodhulpprogramma ontvangt, wil de organisatie verder bouwen op vorig jaar verrichtte werkzaamheden. Een deel van de resultaten van januari tot en met oktober 2012 zijn:

- 38,3 miljoen kinderen zijn ingeënt;
- 12,4 miljoen mensen kregen toegang tot veilig water om te drinken, koken en baden;
- 3 miljoen kinderen kregen toegang tot beter onderwijs;
- 2,4 miljoen kinderen kregen hulp op het gebied van kinderbescherming;
- 2 miljoen kinderen werden behandeld voor ernstige en acute ondervoeding;
- 1 miljoen mensen kregen binnen de aanpak van hiv en aids toegang tot testen, begeleiding en doorverwijzing voor behandeling

Door grote financiële hiaten in 2012 werden in sommige landen, zoals Madagaskar en Colombia, vele behoeften onvervuld. Bovendien zijn in veel landen toegang, veiligheid en capaciteit van partnerorganisaties andere belangrijke beperkingen aan het leveren van humanitaire hulp.

"Financiële bijdragen aan onze oproep zijn goede investeringen in kinderen en hun toekomst", aldus Chaiban. "We streven naar niet-geoormerkte financiële middelen. Daarmee kunnen we reageren op noodsituaties waar consequent te weinig geld voor is, of op situaties waar de behoeften het grootst zijn. Bovendien kunnen we innovatieve oplossingen toepassen op complexe situaties en snel herstel integreren in grootschalige noodsituaties, die zich vaak uitstrekken over meerdere landen tegelijkertijd."