Doordat niet duidelijk is hoeveel kinderen er in de locaties voor crisisnoodopvang verblijven, volgen mogelijk honderden vluchtelingenkinderen in ons land geen onderwijs. UNICEF roept de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid en gemeenten op om het recht op onderwijs voor deze kinderen te garanderen.
Kinderen in (crisis)noodopvanglocaties hebben lang niet altijd toegang tot onderwijs.
© FOTO UNICEF
In de noodopvang voor asielzoekers verblijven momenteel meer dan 3500 kinderen. Ook in de crisisnoodopvang verblijven naar schatting honderden kinderen, maar het exacte aantal is onbekend vanwege achterstallige registraties. De gemeenten en veiligheidsregio’s zijn verantwoordelijk voor de crisisnoodopvang van vluchtelingen.
‘Doordat er geen zicht is op deze kinderen, is er voor deze groep vaak ook geen onderwijs geregeld. Navraag door UNICEF leert dat de veiligheidsregio’s nauwelijks weten hoeveel kinderen in de crisisnoodopvanglocaties verblijven. Daarom is ook onduidelijk welke gemeenten verantwoordelijk zijn voor het aanbieden van onderwijs en voor hoe lang. Het gevolg is dat in de praktijk deze kinderen vaak niet naar school gaan’, zegt Suzanne Laszlo, directeur van UNICEF Nederland. Als voorbeeld noemt UNICEF een groep van 50 alleenreizende kinderen (amv) die in de buurt van Deventer verblijven. Het is onduidelijk bij welke gemeente zij horen en wie het onderwijs zou moeten regelen. Vanwege gebrek aan regie lopen de kinderen onderwijs mis.
UNICEF heeft de afgelopen maanden veelvuldig benadrukt dat het in de (crisis)noodopvang voor vluchtelingen ontbreekt aan wat noodzakelijk is voor kinderen. Een vaste en veilige plek om te wonen, slapen en eten, naar school kunnen gaan, zorg krijgen en hulp bij psychische problemen zijn basisbehoeften voor alle kinderen om zich te kunnen ontwikkelen. De huidige opvangsituatie is schadelijk voor kinderen, stelt UNICEF, omdat niet aan de minimumvoorwaarden voor kinderen kan worden voldaan.
Kinderen verhuizen veelvuldig tussen grootschalige, tijdelijke locaties, soms tientallen kilometers van elkaar, waardoor zij nauwelijks toegang hebben tot noodzakelijke zorg en onderwijs. Suzanne Laszlo: ‘We roepen de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid en gemeenten op om nu direct te gaan handelen in de geest van de voorgenomen spreidingswet. Dat betekent dat kinderen en hun families voorrang krijgen bij plaatsing in stabiele, kleinschalige opvang, in de buurt van een school. Daarnaast moet er duidelijkheid komen over welke kinderen in de crisisnoodopvang verblijven, zodat ook zij naar school kunnen. Het recht op onderwijs voor al deze kinderen moet voorop staan.’
Het organiseren van onderwijs is extra moeilijk rond grootschalige (crisis)noodopvanglocaties. Soms is niet duidelijk wanneer een locatie zal sluiten, of er zijn grote aantallen kinderen, lange wachtlijsten en een gebrek aan personeel. Leerlingen met speciale onderwijsbehoeften moeten vaak lang wachten op passende onderwijsondersteuning. In enkele gevallen is er simpelweg geen school waar deze kinderen terecht kunnen.
Voor kinderen in de schoolgaande leeftijd moet op korte termijn een tijdelijke oplossing worden bedacht, vindt UNICEF. Scholen moeten hierin door gemeenten en Rijk ondersteund worden, waarbij de goede ervaringen met het opvangen en zorgen voor Oekraïense vluchtelingen kunnen worden gebruikt. Volgens Europese richtlijnen moeten kinderen binnen drie maanden nadat zij hun asielverzoek hebben ingediend toegang krijgen tot onderwijs. Dit geldt ook voor speciaal onderwijs.