Sinds er begin deze maand een gewapend conflict uitbrak in de Tigray regio in Ethiopië zijn er al zo’n 30.000 mensen gevlucht. Volgens UNICEF zijn er al 12.000 kinderen aangekomen in Soedan, sommigen van hen zonder ouders of familieleden.
Een gevlucht kind rust in een tent in het Um Raquba kamp in Soedan. In het kamp, in een van de armste landen in de wereld, woonden in de jaren '80 al eerder vluchtelingen uit Ethiopië.
© UNICEF/AFP/Hamid
‘De situatie van deze kinderen is extreem schrijnend,’ vertelt Henrietta Fore, algemeen directeur van UNICEF.
‘We werken samen met onze partners om zo snel mogelijk levensreddende hulp te bieden, waaronder medische zorg, voeding, water, hygiënemiddelen en sanitaire voorzieningen.’
Communicatie met de Tigray regio is bijna onmogelijk, door de afsluiting van de communicatienetwerken en zeer beperkte toegang. UNICEF schat dat er in totaal zo’n 2,3 miljoen kinderen humanitaire hulp nodig hebben, hulp waarmee ze nu niet bereikt kunnen worden.
Al voordat de huidige gevechten uitbraken leefden minstens 54.000 kinderen in vluchtelingenkampen in de regio, en 36.000 waren ontheemd door natuurrampen en andere conflicten. Ook was acute ondervoeding onder kinderen al een grote zorg in de regio: door de coronacrisis en een sprinkhanenplaag nam deze tussen 2019 en 2020 met een derde toe. Zonder de normale toegang tot humanitaire hulp lopen nog meer kinderen het risico om te sterven.
‘UNICEF roept alle partijen op om de wapens neer te leggen en een tot een vreedzame overeenkomst te komen. Hulporganisaties moeten meteen ongehinderde toegang krijgen om mensen met noodhulp te bereiken,’ zegt Fore.
In en rond Mekelle, de hoofdstad van de regio in Ethiopië, dreigt het geweld nog verder te escaleren. Er wonen ongeveer 500.000 mensen, de helft kinderen. UNICEF maakt zich ernstige zorgen dat een verdere escalatie de veiligheid en de levens van deze kinderen op het spel zet.
‘Er moet alles aan gedaan worden om deze kinderen te beschermen, om ze buiten gevaar te houden,’ voegt Fore toe.