Iedere 5 seconden sterft een kind onder de 15 - VN-rapport

18 september 2018

NEW YORK / DEN HAAG, 18 september 2018 – In 2017 stierven naar schatting 6,3 miljoen kinderen jonger dan 15 jaar, of 1 kind per 5 seconden. Meestal overleden zij aan eenvoudig te voorkomen oorzaken. Dat blijkt uit nieuwe sterftecijfers vrijgegeven door UNICEF, de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO), de Population Division van de Verenigde Naties en de Wereldbank. De overgrote meerderheid van deze kinderen - 5,4 miljoen – sterft in de eerste vijf levensjaren. De helft van dit aantal sterfgevallen betreft pasgeboren kinderen.

‘Als er nu geen actie wordt ondernomen,  zullen er tussen nu en 2030 nog 56 miljoen kinderen jonger dan vijf jaar onnodig sterven - de helft daarvan zijn pasgeboren baby’s, zegt Jolijn van Haaren, kinderrechten en gezondheidsexpert bij UNICEF Nederland. ‘We hebben sinds 1990 geweldige vooruitgang geboekt om kinderen te redden, maar miljoenen sterven nog steeds vanwege de plek waar hun wieg staat.. Met eenvoudige oplossingen zoals medicijnen, schoon water, elektriciteit en vaccins, kunnen we die realiteit voor ieder kind veranderen.'

De helft van de wereldwijde sterfgevallen van kinderen jonger dan vijf jaar vond in 2017 plaats in Sub-Sahara Afrika en nog eens 30 procent in Zuid-Azië. In sub-Sahara Afrika stierf 1 op de 13 kinderen voor hun vijfde verjaardag. In landen met een hoog inkomen was dat aantal 1 op 185.

Sterfgevallen eenvoudig te voorkomen

‘Miljoenen baby's en kinderen zouden niet moeten sterven door gebrek aan toegang tot water, sanitaire voorzieningen, goede voeding of basis gezondheidsdiensten’, zei Dr. Princess Nono Simelela, van de WHO. ‘We moeten prioriteit geven aan het bieden van universele toegang tot kwalitatieve gezondheidsdiensten voor ieder kind, vooral rond de tijd van geboorte en tijdens de eerste levensjaren. Zo kunnen we hen de best mogelijke kans bieden om te overleven en te ontwikkelen.’

De meeste kinderen jonger dan 5 jaar sterven door te voorkomen of behandelbare oorzaken zoals complicaties tijdens de geboorte, longontsteking, diarree, neonatale sepsis en malaria.

De eerste levensmaand is voor alle kinderen de meest risicovolle periode van het leven . In 2017 stierven 2,5 miljoen pasgeborenen in hun eerste maand. Een baby geboren in Sub-Sahara Afrika of in Zuid-Azië had negen keer meer kans om te overlijden in de eerste maand dan een baby geboren in een land met een hoog inkomen. Sinds 1990 is de vooruitgang bij het redden van pasgeborenen is langzamer geweest dan bij andere kinderen jonger dan vijf jaar.

Verschillen binnen landen

Zelfs binnen landen blijven de verschillen bestaan. Het sterftecijfer voor kinderen van onder de vijf op het platteland ligt gemiddeld 50 procent hoger dan bij kinderen in stedelijke gebieden. Bovendien hebben kinderen die geboren worden bij ongeschoolde moeders meer dan tweemaal zoveel kans om te sterven voordat ze vijf worden dan kinderen van moeders met middelbaar of hoger onderwijs.

Vooruitgang

Hoewel de uitdagingen groot blijven is er wereldwijd grote vooruitgang. Het aantal kinderen dat sterft onder de vijf is drastisch gedaald van 12,6 miljoen in 1990 tot 5,4 miljoen in 2017. Het aantal sterfgevallen onder oudere kinderen in de leeftijd van 5 tot 14 jaar daalde van 1,7 miljoen naar minder dan een miljoen in dezelfde periode.

‘Ondanks de grote vooruitgang is er geen reden om achterover te leunen. Dit rapport toont helaas aan dat kinderen in de armste gebieden nog niet altijd bereikt worden met de zorg waar ze recht op hebben’, aldus Jolijn van Haaren van UNICEF Nederland. ‘Ons doel is dat ieder kind kwalitatieve gezondheidzorg en een goede start krijgt’.