COX’S BAZAR – Onder de naar Bangladesh gevluchte Rohingya-kinderen komt verontrustend veel ernstige ondervoeding voor. Eerste onderzoeksresultaten uit het Kutupalong kamp in Cox’s Bazar laten zien dat 7,5 procent van de kinderen levensbedreigend ondervoed is. Een verdubbeling van de cijfers van afgelopen mei, aldus UNICEF.
'De Rohingya kinderen in het kamp – die de verschrikkingen in Myanmar hebben overleefd, alsook de gevaarlijke tocht hierheen – zitten in een afschuwelijke situatie', zegt Edouard Beigbeder, directeur van UNICEF Bangladesh. 'Zij die ernstig ondervoed zijn lopen grote kans te overlijden. Er moet veel meer gebeuren om deze kinderen te helpen!'
Ondervoeding kwam al alarmerend vaak voor onder kinderen in de regio Rakhine in Myanmar. Hun conditie is verder achteruit gegaan door de lange tocht over de grens en door de omstandigheden in het kamp. Er leven nu ongeveer 26.000 mensen in Kutupalong, dat kampt met enorme tekorten aan voedsel, water en sanitaire voorzieningen. Diarree en longontstekingen komen veel voor onder de vluchtelingen. Ook is een mazeleninfectie zich aan het uitbreiden.
'Mazelen lijkt een onschuldige ziekte, maar kan bij deze verzwakte vluchtelingenkinderen een dodelijke afloop hebben', stelt de Nederlandse Maya Vandenent, hoofd gezondheid van UNICEF Bangladesh, die nu in Cox’s Bazar is om vaccinatie tegen mazelen, cholera en polio op te zetten.
Ook in andere opvangkampen staat onderzoek naar ondervoeding op de planning. Dit moet helpen om de hulpverlening gerichter in te zetten. UNICEF behandelt op dit moment meer dan tweeduizend kinderen die lijden aan acute ondervoeding in vijftien behandelcentra. Zes extra centra worden opgezet. Ook wordt gewerkt aan het opzetten van behandelingen tegen diarree en longontsteking. Deze maand volgt een hernieuwde vaccinatieronde. Hulpverleners screenen kinderen continu op ondervoeding.
Het ondervoedingsonderzoek is uitgevoerd in samenwerking met Action Contre la Faim, Save the Children, UNHCR en het Wereldvoedselprogramma. De Centers for Disease Control in Atlanta zorgden voor technische ondersteuning.