Hulp voor kinderen kan geen moment wachten. UNICEF heeft met spoed 230 miljoen euro nodig om noodhulp te geven in Noordoost-Nigeria, Somalië, Zuid-Soedan. Een maand nadat de hongersnood in verschillende landen is uitgeroepen, is de situatie voor miljoenen kinderen een race tegen de klok. Droogte en gewapende conflicten zetten de levens van de kinderen op het spel.
In totaal leven 22 miljoen kinderen in nood. Ze hebben honger, zijn ziek, zijn meestal gevlucht en kunnen niet meer naar school. Ongeveer 1,4 miljoen kinderen lijden aan ernstige acute ondervoeding. “Kinderen kunnen niet op de volgende hongersnood wachten voor we actie ondernemen”, zegt Manuel Fontaine, UNICEF directeur voor noodhulpprogramma’s. “Van de hongersnood in 2011 in Somalië hebben we geleerd dat zodra een hongersnood wordt uitgeroepen, veel kinderen al zijn omgekomen van de honger. Dat kunnen we niet opnieuw laten gebeuren.”
De eerste maand van de hongersnood
In de eerste maand van de hongersnood heeft UNICEF niet stil gezeten. We hebben in de vier landen van de hongerrampen op grote schaal kunnen reageren. In honderdduizenden gevallen hebben we levensreddende acties ondernomen. In Noordoost Nigeria, Somalië, Zuid-Soedan en Jemen hebben we meer dan 530.000 kinderen met zware ondervoeding kunnen behandelen. Miljoenen mensen in noodsituaties kregen gezondheidszorg, als het nodig is om afgelegen gebieden te bereiken met mobiele teams via de lucht of via de waterwegen.
Een van de grootste oorzaken achter de rampen is gewapend conflict. Om de kinderen te helpen roept UNICEF alle partijen op om onvoorwaardelijke, onbelemmerde en langdurige toegang te geven tot de kinderen in nood. Daarnaast roepen we op om de wapens neer te leggen, om te voorkomen dat er nog meer kinderrechten geschonden worden. Ook de buurlanden van deze vier landen hebben te maken met een steeds erger tekort aan eten.
“Het geweld, de honger en de dorst dwingt mensen om te vluchten, soms zelfs over landsgrenzen. Hierdoor is er niet alleen veel ondervoeding in de vier landen, maar ook in de Tsjaadmeer regio en de Hoorn van Afrika”, zegt Fontaine. “Als hulporganisaties geen toegang en niet de middelen krijgen om de kinderen te bereiken, zullen er levens verloren gaan.”
Van het totale noodhulpbedrag van 230 miljoen euro is het grootste gedeelte – 75 miljoen euro – nodig voor voedingsprogramma’s om kinderen die het nodig hebben therapeutische voeding te geven. Om kinderen te vaccineren en op te vangen in gezondheidscentra is 48 miljoen euro nodig. Voor veilig water en hygiëne is 43 miljoen euro nodig. De rest van het bedrag is nodig voor bescherming van de kinderen tegen het conflict en ze weer de mogelijkheid te bieden om naar school te gaan.
Giro555 is in Nederland in actie gekomen voor vier landen (Jemen, Somalië, Zuid-Soedan en Nigeria). Onder de naam ‘Help Slachtoffers Hongersnood’ wordt vanaf zaterdag 25 maart tot en met de nationale actiedag op woensdag 29 maart een inzamelingsactie gehouden waarmee onder meer de kinderen van Jemen worden geholpen met behandeling tegen acute ondervoeding en andere levensreddende hulp.