Sinds vrijdag zijn er in Oost-Aleppo minstens 223 kinderen gewond geraakt en 96 kinderen om het leven gekomen. “De kinderen uit Aleppo zijn gevangen in een nachtmerrie”, zegt Justin Forsyth, adjunct-directeur van UNICEF. “Er zijn geen woorden om het lijden te beschrijven dat de kinderen op dit moment doormaken.”
In Oost-Aleppo verblijven meer dan 100.000 kinderen. Families verbergen zich in kelders, maar ook deze schuilplaatsen zijn nu erg gevaarlijk door het gebruik van explosieven. “Wanneer de aanvallen dit dichtbevolkte deel van de stad raken, zijn kinderen altijd slachtoffer”, zegt Kieran Dwyer, woordvoerder voor UNICEF Syrië. “Er is geen veilige plek meer voor kinderen in Oost-Aleppo.”
Een paar weken geleden, konden tijdens het staakt-het-vuren kinderen weer even op straat spelen. Nu moeten kinderen dagelijks vrezen voor hun leven terwijl ze zich realiseren dat als ze gewond raken er geen garantie is dat er mediche zorg is. “Niets of niemand kan deze aanvallen op kinderen en achteloosheid jegens het menselijk leven rechtvaardigen”, zegt Forsyth. “Wat deze kinderen moeten doorstaan is zonder enige twijfel het ergste wat we ooit hebben gezien.”
De gezondheidszorg in Oost-Aleppo staat op instorten: er zijn nog maar 30 doctoren over; er zijn bijna geen medische voorraden om de gewonden te behandelen en de hoeveelheid zwaargewonden blijft toenemen. Een dokter die ter plekke voor een partner van UNICEF werkt, vertelde dat ze in de onmogelijke positie worden gebracht dat ze de meest zwaar gewonden niet behandelen door gebrek aan capaciteit en medische voorraden. “Dat is een keuze die geen enkele dokter ooit zou moeten maken”, zegt Dwyer.
UNICEF staat samen met de VN en andere partners al weken klaar om hulp zoals water, voeding en medische voorraden te brengen naar de kinderen en families van Aleppo. Deze konvooien worden niet toegelaten in het oosten van de stad. “Kinderen moeten nu zeer snel deze levensreddende hulp ontvangen”, zegt Dwyer. “Het is cruciaal dat dit vreselijke geweld tegen kinderen stopt”.