Meer dan 1 miljoen kinderen niet naar school door conflict in Nigeria

21 december 2015

Geweld en aanvallen op burgers in het noordoosten van Nigeria en buurlanden hebben ertoe geleid dat ruim 1 miljoen kinderen niet meer naar school gaan. Dat maakt UNICEF vandaag bekend. Hoewel sommige scholen hun deuren weer openen, blijft de onveilige situatie een belemmering voor onderwijs.

Un03392

Het aantal kinderen dat een opleiding mist als gevolg van het conflict komt nog bovenop het aantal van 11 miljoen kinderen in de basisschoolleeftijd, die al voor de crisis niet naar school gingen in Nigeria en in de buurlanden Kameroen, Tsjaad en Niger.

"Het is een duizelingwekkend aantal", zegt Manuel Fontaine, regionaal directeur van UNICEF in West en Centraal Afrika. "Het conflict is een enorme klap voor het onderwijs in de regio. Door het aanhoudende geweld gaan veel kinderen al een jaar niet naar school, waardoor het gevaar dreigt dat ze helemaal zullen stoppen met school.”

In Nigeria, Kameroen, Tsjaad en Niger zijn meer dan 2000 scholen gesloten vanwege het conflict. Nog eens honderden scholen zijn aangevallen, geplunderd of in brand gestoken. In het uiterste noorden van Kameroen is dit jaar slechts 1 op de 135 scholen heropend, nadat ze vorig jaar allemaal waren gesloten.

Dankzij inspanningen van UNICEF kunnen 170.000 kinderen in de veiligere regio’s in het noordoosten van Nigeria weer onderwijs volgen. Echter, veel klaslokalen zitten stampvol en een aantal schoolgebouwen wordt nog steeds gebruikt om ontheemden te huisvesten. Enkele ontheemde leraren, zelf de gevechten ontvlucht, staan nu voor de klas. De lessen worden vaak gegeven in dubbele shifts, zodat meer kinderen naar school kunnen.

De voortdurende onveiligheid, angst voor geweld en aanvallen hebben ertoe geleid dat veel leraren zijn gestopt met lesgeven en dat ouders hun kinderen niet meer naar school sturen. In Nigeria alleen al zijn ongeveer 600 leraren gedood sinds de start van de Boko Haram opstand.

"Onze uitdaging is ervoor te zorgen dat kinderen veilig zijn en zonder onderbreking hun opleiding kunnen vervolgen”, aldus Fontaine. "Scholen zijn doelwit geweest van aanvallen, waardoor kinderen bang zijn geworden om terug te gaan naar de klas; maar hoe langer ze niet naar school gaan, hoe groter het risico dat ze worden misbruikt, ontvoerd en gerekruteerd door gewapende groepen."

Samen met overheden, NGO's en andere partners, heeft UNICEF ​​ tijdelijke leerplekken opgezet en scholen gerenoveerd, waarmee 67.000 kinderen zijn bereikt. Daarnaast heeft UNICEF leraren getraind op psychosociale ondersteuning en meer dan 132.000 kinderen voorzien van leermaterialen.

Echter, de veiligheidsbeperkingen en financieringstekorten belemmeren de toegang tot onderwijsdiensten en de levering van noodleermiddelen. Volgend jaar heeft UNICEF bijna 23 miljoen dollar nodig om ervoor te zorgen dat kinderen die getroffen zijn door het conflict weer naar school kunnen in Niger, Nigeria, Kameroen en Tsjaad.