Meer dan 300 kindsoldaten zijn vandaag vrijgelaten in de Centraal Afrikaanse Republiek dankzij een akkoord dat UNICEF wist te sluiten met gewapende groepen in het land. Afgesproken is dat alle kinderen die bij de gewapende groepen zijn ingelijfd vrij zullen komen. Dit is de grootste vrijlating van kinderen uit gewapende groepen in de Centraal Afrikaanse Republiek sinds de gevechten startten in 2012.
De 314 kinderen, onder wie 21 meisjes, kwamen vrij tijdens drie ceremonies in de buurt van de stad Bambari. Zij maakten deel uit van de anti-Balaka milities en de ex-Seleka groep. UNICEF zorgt voor psychologische steun aan de kinderen en gaat op zoek naar hun families. Ook de terugkeer van de kinderen naar de gemeenschap waar ze vandaan komen wordt door UNICEF begeleid. In tussentijd krijgen zij opvang.
“Na twee jaar van hevige gevechten is de vrijlating van deze kinderen een grote stap richting vrede. Deze kinderen kunnen nu, na een periode van geweld en lijden, een betere toekomst tegemoet zien”, zei Mohamed Malick Fall, directeur van UNICEF in de Centraal Afrikaanse Republiek, vandaag na de ceremonie. “Dit is de start van een process dat hopelijk resulteert in de vrijlating van duizenden kindsldaten. Ieder van hen zal intensieve steun nodig hebben, zodat zij nog iets van hun kindertijd kunnen ervaren.”
De overeenstemming tussen de leiders van tien gewapende groepen in de Centraal Afrikaanse Republiek werd vorige week getekend tijdens een overleg vorige week in hoofdstad Bangui, die onder meer door UNICEF werd gefaciliteerd. Naast de vrijlating van de kindsoldaten is afgesproken dat geen nieuwe kinderen worden ingelijfd. UNICEF en partners krijgen toegang tot door de groepen gecontroleerd gebied om toe te zien op de vrijlating van de kinderen.
UNICEF schat in dat tussen de 6.000 en 10.000 kinderen bij gewapende groepen in het land zijn ingelijfd. Het gaat om kindsoldaten, maar ook om kinderen die koken voor de troepen, als boodschapper fungeren of sexuele diensten moeten verlenen.