UNICEF stuurt grote hoeveelheden hulpgoederen naar Irak. Sinds het uitbreken van de gevechten op 11 juni zijn 500.000 mensen op de vlucht, waarvan circa de helft kinderen. Medewerkers van UNICEF bieden hulp in de steden Sinjar en Tel Keif, vlakbij de frontlijn in Mosul. Tot dusver is meer dan 70.000 liter drinkwater, 5000 voedselpakketten en 3500 hygiëne pakketten naar dit gebied gestuurd. Ook gaat er recreatiemateriaal voor 15.000 kinderen naartoe.
“Inmiddels hebben we duizenden kinderen in conflictgebied weten te bereiken met levensreddende hulpgoederen”, zegt Marzio Babille, directeur van UNICEF Irak. “Er moet nog veel meer gebeuren, gezien de politieke en humanitaire situatie in het land. Deze crisis vraagt het maximale van onze inspanningen en fondsen. Er is meer geld nodig om genoeg hulp te bieden aan kinderen en hun families.”
Irak kampte al met andere grote problemen, waaronder de massale vluchtelingenstroom uit Syrië en de uitbraak van de gevreesde ziekte polio. Door de vele vluchtelingen ontstaat er gebrek aan brandstof, waardoor geen water kan worden oppompt en elektriciteit niet kan worden geproduceerd. Ook schieten de prijzen van accommodaties de lucht in.