Een beter 2021, dat gunnen we iedereen. En volgend jaar hebben we volgens de schattingen 6,4 miljard dollar nodig om dat voor 190 miljoen kinderen die humanitaire hulp nodig hebben, mogelijk te maken. De behoefte aan hulp is door de corona pandemie en bestaande crises het afgelopen jaar sterk toegenomen.
Aichatou Mohamed Almoud (6 maanden) zit in een draagdoek op de rug van haar zus Balkissa (12). Zij en haar tweelingzusje zijn acuut ondervoed, net als miljoenen andere kinderen wereldwijd.
© UNICEF/Coulibaly
‘Momenteel zijn bijna 32 miljoen kinderen op de vlucht voor oorlog en geweld – dat is twee keer het aantal inwoners van Nederland. Tel daar de corona-pandemie en alle natuurrampen bovenop, dan heb je een aardig beeld van het wereldwijde kinderleed,’ vertelt Suzanne Laszlo, directeur van UNICEF Nederland. ‘De coronacrisis zet ook het welzijn en de gezondheid van kinderen op het spel. Daarmee is de coronacrisis ook een kindercrisis.’
Naast de coronacrisis, die voor miljoenen kinderen wereldwijd ernstige gevolgen heeft, zijn er dit jaar ook nieuwe humanitaire crises ontstaan. Door het recente conflict in Ethiopië hebben 2,8 miljoen mensen dringend hulp nodig. In Mozambique zijn meer dan 425.000 mensen, waaronder 191.000 kinderen, ontheemd door oplaaiend geweld in het noorden. Bovendien verwoesten orkanen kwetsbare gemeenschappen in Midden-Amerika en Oost-Azië, waar 2,6 miljoen en 13,4 miljoen kinderen zijn getroffen.
En bestaande noodsituaties zijn door de coronacrsis alleen maar erger geworden. Denk aan landen als Afghanistan, Bangladesh, Zuid-Soedan, Oekraïne en Venezuela. En ook Syrië, waar de oorlog inmiddels bijna 10 jaar duurt, en Jemen dat ondertussen alweer zes jaar gebukt gaat onder geweld. In deze twee landen alleen al hebben 17 miljoen kinderen humanitaire hulp nodig.
In Jemen waarschuwt de VN voor de ergste hongersnood in decennia. Hier is één op de vijf kinderen onder de vijf acuut ondervoed.
© UNICEF/Fuad
Dit jaar is slechts iets meer dan de helft van het benodigde noodhulpbudget opgehaald, voor komend jaar wordt verwacht dat het verschil tussen de noden en fondsen nog veel groter is. De Nederlandse overheid is een belangrijke steunpilaar voor UNICEF’s werk in nood; zij steunt met ongeoormerkte fondsen, voor meerdere jaren. “Dat is juist bij een ramp cruciaal: dan moet je snel hulp kunnen bieden en moet je niet hoeven wachten op fondsen”, licht Suzanne Laszlo toe.
In 2021 wil UNICEF kinderen en gezinnen in 149 landen ondersteunen door:
In en rond Syrië wonen vijf miljoen gevluchte kinderen in officiële of geïmproviseerde kampen. De familie van dit meisje heeft een tent opgezet tussen de ruïnes van een Romeinse tempel in Baqirha, het noordwesten van Syrië. Met de winter in aankomst is er in de kampen veel hulp nodig, van warme kledig tot medische zorg.
© UNICEF/AFP/Ketaz
Uiteraard wachten we het komende jaar niet af om in actie te komen. Daar is de nood te groot voor, en voor sommige situaties zou de hulp dan ook te laat komen. Voor kinderen op de vlucht in Syrië, Jordanië en Libanon, bijvoorbeeld. Met de winter voor de deur hebben zij dringend warme dekens en kleding nodig, en hygiënepakketten en lesmateriaal om te blijven leren. UNICEF stuurt de hulpmiddelen vanuit het pakhuis in Kopenhagen of een lokale producent naar de vluchtelingenkampen, en jij kunt daarbij helpen. Kies een pakje voor een kind op de vlucht en draag alvast bij aan een beter 2021.