Longread over het grootste vluchtelingenkamp van de wereld

31 augustus 2018

Wanneer je in een kamp woont waar de moessonwind ’s nachts het plastic zeil van de door je ouders gebouwde hut dreigt te rukken en waar je grote delen van de dag in een rij doorbrengt voor een lepel rijst, is met je vriendjes naar school gaan misschien wel het enige moment om even onbezorgd kind te kunnen zijn. Voor meer dan 300.000 kinderen in kamp Kutupalong in Bangladesh is dit de realiteit. Een longread over het grootste vluchtelingenkamp van de wereld.

Rohingya-vluchteling Bibi Achiya (10) haalt twee keer per dag water.

Rohingya-vluchteling Bibi Achiya (10) haalt twee keer per dag water.

Rohingya-vluchteling Bibi Achiya (10) haalt twee keer per dag water.

Tekst: Esther van Dooren

Op 25 augustus 2017 begon de gigantische vluchtelingengolf van inwoners van de regio Rakhine in Myanmar naar Cox’s Bazar in zuidelijk Bangladesh. Een resultaat van een conflict dat al decennialang voortwoedt en waarvan de oorsprong ligt in de 12e eeuw. Toen vestigden de eerste Rohingya-moslims zich al in Rakhine. 

Myanmar is hoofdzakelijk boeddhistisch en heeft de Rohingya nooit erkend als legitieme etnische groep binnen de Myanmarese bevolking. De Rohingya hebben geen burgerrechten, sociale voorzieningen worden hen ontzegd en ze worden gediscrimineerd. 

Vanaf 2012 werd het conflict opnieuw gewelddadig en in de zomer van 2017 liep het volledig uit de hand. ‘Een schoolvoorbeeld van etnische zuivering’, zo noemde de Hoge Commissaris voor de Mensenrechten van de Verenigde Naties de situatie waarin de Rohingya zich bevinden.

UNICEF heeft een Child Alert gepubliceerd over de uitzichtloze situatie van Rohingya-kinderen.

Op de vlucht 

In één jaar tijd zijn meer dan 700.000 mensen van Myanmar naar Bangladesh gevlucht. Ruim 600.000 vluchtelingen streken neer in kamp Kutupalong in de regio Cox’s Bazar. Inmiddels is Kutupalong het grootste vluchtelingenkamp ter wereld. 

De meesten vluchtelingen moesten al hun bezittingen achterlaten. Hun dorpen in Myanmar zijn geplunderd en verwoest. Volwassenen en kinderen moesten, vaak zonder voedsel of water, zeven tot tien dagen lang lopen voordat ze in veiligheid waren. Volledig getraumatiseerd kwamen ze aan in de kampen. Niemand van de hulporganisaties had zich hierop kunnen voorbereiden; ze moesten roeien met de riemen die ze hadden om levensreddende hulp te kunnen bieden. 

Mohammed Ali (16) redde in augustus 2017 Rohingya-vluchtelingen die tijdens hevig onweer met hun bootje schipbreuk leden.

Mohammed Ali (16) zag in augustus 2017 hoe een bootje met Rohingya-vluchtelingen schipbreuk leed, toen het de kust van Bangladesh probeerde te bereiken. 'Het onweerde en het was aardedonker op het strand,' vertelt hij. 'Mijn vrienden en ik zijn meteen gaan helpen.' Mohammed redde veel levens, desondanks kwamen bij het bootongeluk ongeveer 22 mensen om, waarvan de helft kinderen.

Mohammed Ali (16) zag in augustus 2017 hoe een bootje met Rohingya-vluchtelingen schipbreuk leed, toen het de kust van Bangladesh probeerde te bereiken. 'Het onweerde en het was aardedonker op het strand,' vertelt hij. 'Mijn vrienden en ik zijn meteen gaan helpen.' Mohammed redde veel levens, desondanks kwamen bij het bootongeluk ongeveer 22 mensen om, waarvan de helft kinderen.

In zo’n noodsituatie zijn de eerste dingen die geregeld moeten worden onderdak, water, voedsel, wc’s en medische zorg. Onderwijs hoort bij de zaken die tijdens een crisis als eerste wegvallen en pas als laatste weer worden hersteld. Maar voor kinderen is onderwijs óók een basisvoorziening; het biedt jongens en meisjes een dagelijkse routine, een veilige plek. 

De meeste Rohingya-vluchtelingen zien zichzelf niet snel terugkeren. Eerst moeten ze verzekerd zijn van hun mensenrechten, burgerschap, veiligheid en bescherming in Myanmar. Aangezien daarvan nog geen sprake is, zullen ze voorlopig in de vluchtelingenkampen en gastgemeenschappen in Bangladesh blijven wonen. 

Hoe begin je een school in een vluchtelingenkamp? 

Onderwijs is essentieel voor de toekomt van de Rohingya- kinderen, hun familie en gemeenschap. Maar hoe begin je met het opzetten van een onderwijssysteem in een vluchtelingenkamp dat als los zand aan elkaar hangt, een inwonersaantal heeft dat bijna net zo groot is als dat van de gemeente Rotterdam en waarvan een groot deel van de kinderen ernstig getraumatiseerd is? 

UNICEF werkte samen met partners, waaronder de overheid van Bangladesh, om kindvriendelijke plekken op te zetten. Dit zijn ruimtes op verschillende plaatsen in het kamp waar kinderen terecht kunnen om te spelen, te leren en om psychosociale hulp te ontvangen. Je kunt er even volledig vergeten dat je je in het grootste vluchtelingenkamp ter wereld bevindt. 

Na de kindvriendelijke plekken moesten er scholen komen. Dat was makkelijker gezegd dan gedaan: het landschap waarin het kamp is gebouwd, is zanderig en heuvelachtig. Op veel plekken kan niet gebouwd worden, omdat de heuvels te stijl zijn of het gevaar voor landverschuivingen te groot is. Daarnaast is er simpelweg niet genoeg ruimte voor genoeg hutjes om alle mensen onderdak te kunnen bieden, laat staan voor scholen en klinieken. 

Het is belangrijk de leercentra op zo’n manier te bouwen dat ze de moessonregens en stormen kunnen weerstaan. Ook moeten er goede sanitaire voorzieningen komen om verspreiding van ziektes tegen te gaan. Ondanks deze uitdagingen lukte het UNICEF om binnen korte tijd de eerste kinderen naar de lessen te krijgen. 

Sonjidar (25) beviel van een meisje in het Rohingya-vluchtelingenkamp in Bangladesh.

Sonjidar (25) beviel van een meisje in het Rohingya-vluchtelingenkamp in Bangladesh. Elke dag worden er ongeveer zestig baby's geboren.

Sonjidar (25) beviel van een meisje in het Rohingya-vluchtelingenkamp in Bangladesh. Elke dag worden er ongeveer zestig baby's geboren.

Schriften en lijkzakken 

Leraren komen uit de Rohingya-gemeenschap, of zijn mensen die voorheen al in en rondom Cox’ Bazar woonden. Ze worden getraind in het geven van onderwijs in chaotische omstandigheden. Daarnaast leren ze wat ze moeten doen in een nood- of risicosituatie en hoe ze psychosociale hulp kunnen bieden aan getraumatiseerde kinderen. Ze leren de kinderen bovendien het belang van hygiëne en gezondheid, wat van levensbelang is in een kamp waar ziektes als cholera constant op de loer liggen. 

Naast alle principiële doelstellingen, het curriculum en het trainen van de docenten, zijn er ook veel praktische zaken waaraan moet worden gedacht om kinderen les te kunnen geven. Gelukkig is het magazijn van UNICEF ruim gevuld met alle materialen die je maar nodig zou kunnen hebben om een vluchtelingenkamp te runnen. 

Aan de inhoud van het magazijn kun je zien hoe de hulpverleners op vrijwel elke situatie zijn voorbereid. Zo is er bijvoorbeeld een hele afdeling vol met zeep, tandenborstels en waspoeder en een gevuld met schriftjes, potloden en pennen. Ook zijn er afdelingen die laten zien dat het hier nog altijd om een levensgevaarlijke crisissituatie gaat: in een hoek liggen honderden lijkzakken opgestapeld. Lopend door dit magazijn realiseer je je de omvang en de ernst van de situatie. 

3.500 scholen nodig

Het is belangrijk voor de kinderen in het kamp dat de school niet te ver weg is. Het kamp is niet altijd even veilig en makkelijk begaanbaar en als de scholen dan te ver weg zijn, kiezen sommige ouders ervoor hun kinderen thuis te houden. 

Zeker in de zomer, wanneer de moessonregen de zandwegen van het kamp verandert in modderstromen, is de weg naar school niet eenvoudig. Driehonderdvijftig scholen liggen in een risicogebied tijdens het moessonseizoen. Zowel overstromingen als landverschuivingen zorgen ervoor dat het niet meer veilig genoeg is om daar les te geven. UNICEF-medewerkers moeten dan beslissen of ze de scholen verplaatsen, of dat het probleem opgelost kan worden door de gebouwen en de grond eromheen te versterken met bouwmaterialen zoals bamboe en beton. 

In totaal zijn er 1.179 scholen in het kamp gebouwd, maar om ieder kind een plekje in een klas te kunnen geven zijn er zeker 3.500 scholen nodig. De klassen zitten nu nog veel te vol en er zijn veel te weinig leraren om alle kinderen genoeg aandacht te kunnen geven. Ook moeten de leraren creatief zijn, want er is een gebrek aan leerboeken, schoolborden en ander lesmateriaal. 

Speciale plekken voor jongeren

Het onderwijs dat wordt gegeven in vluchtelingenkamp Kutupalong focust zich hoofdzakelijk op het basis- en kleuteronderwijs. Zo leren alle kinderen die opgroeien in Cox’s Bazar in elk geval lezen, schrijven en rekenen. Middelbaar onderwijs is een grotere uitdaging; veel tieners en jongeren gaan op dit moment niet naar school. Daarom worden er 'Adolescents Clubs' opgezet; plekken waar jongeren terecht kunnen om vaardigheden te leren en informatie te krijgen over bijvoorbeeld hiv-preventie en tienerzwangerschappen. 

Voor alle Rohingya-kinderen is onderwijs van groot belang voor hun toekomst. Toch zijn er nog steeds duizenden kinderen en jongeren die niet naar school gaan. UNICEF, de overheid van Bangladesh en andere hulporganisaties doen er alles aan om het onderwijssysteem in de Cox’s Bazaar draaiende te houden.