In Jemen zijn in de afgelopen dagen meer dan 500.000 kinderen en volwassenen gevaccineerd tegen cholera. Het is het resultaat van een logistieke krachttoer, die pas na maanden onderhandelen kon worden gerealiseerd.
9 mei 2018, eerste vaccinatieronde tegen cholera in Jemen. Een zesjarig meisje houdt een vaccinatiebewijs omhoog. Om volledig beschermd te zijn tegen de ziekte, zijn twee vaccinaties nodig.
© UNICEF/Bafaqeh
De vaccinaties maken deel uit van maatregelen die zijn genomen om een ongekend hevige cholera-epidemie te bedwingen, die Jemen al sinds april vorig jaar in haar greep heeft. De teller staat op meer dan een miljoen zieken en ruim 2.300 sterfgevallen.
De inspanningen van UNICEF, de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO), de Jemenitische overheid en de bevolking zelf lijken nu eindelijk effect te hebben. Het aantal nieuwe cholerabesmettingen neemt sinds een paar weken af, onder meer dankzij de zorg voor schoon water en waterzuiveringsmiddelen, voorlichting over hygiëne en het trainen van hulpverleners. En dankzij de vaccins natuurlijk. Om die in Jemen te krijgen, was een ingewikkelde logistieke operatie nodig.
Eerst moest UNICEF maanden onderhandelen met het ministerie van Gezondheid voor toestemming om nogmaals een vaccinatieronde te houden (de eerste was in mei). Daarna moesten de choleravaccins van Zuid-Korea via Kenia naar Jemen worden gebracht en continu koel worden gehouden. En natuurlijk moest de bevolking weten dat er weer een ronde aankwam; UNICEF schakelde daarvoor vrijwilligers in en trainde mensen die de vaccinaties moesten geven.
De oorzaak van de cholera-uitbraak is te wijten aan de oorlog in Jemen. Als gevolg hiervan kampt het land met de ergste humanitaire crisis van de wereld. Doordat schoon water schaars is, de voedselprijzen torenhoog zijn en rioleringen niet functioneren, krijgen cholera en andere ziektes de kans om toe te slaan.