3 op de 5 baby’s loopt risico door ontbreken borstvoeding in eerste uur na geboorte

31 juli 2018

Circa 78 miljoen baby’s -ofwel 3 op de 5 pasgeborenen- worden in het eerste uur na hun geboorte niet aan de borst gelegd. Hierdoor lopen zij een groter risico op een vroegtijdige dood en op ziektes, zo staat in het vandaag verschenen rapport Capture the Moment van UNICEF en de Wereldgezondheidsorganisatie WHO.    

Amina Garba uit Niger geeft haar jongste kind borstvoeding. 

Amina Garba uit Niger geeft haar jongste kind borstvoeding. 

Amina Garba uit Niger geeft haar jongste kind borstvoeding. 

Pasgeborenen die in hun eerste levensuur borstvoeding krijgen, hebben een grotere kans om te overleven dan diegenen bij wie dat niet of pas enkele uren later gebeurt.* Huid-op-huid contact en het zuigen aan de borst stimuleren de productie van moedermelk, inclusief colostrum, dat ook wel 'het eerste vaccin' van de baby wordt genoemd omdat het rijk is aan voedings- en antistoffen.

‘Timing is alles. In veel landen kan het zelfs een kwestie van leven of dood zijn’, zegt UNICEF-directeur Henrietta H. Fore. ‘Toch missen elk jaar miljoenen pasgeborenen de voordelen van het direct na de geboorte starten met borstvoeding –simpelweg omdat hun moeders niet voldoende ondersteuning krijgen. Zelfs medisch personeel in gezondheidsinstellingen stimuleert het aan de borst leggen binnen die cruciale minuten na de geboorte vaak niet.’

In het rapport zijn 76 landen onder de loep genomen. In Oost- en Zuidelijk Afrika worden baby’s het vaakst binnen het uur aan de borst gelegd (65%), in Oost-Azië en de Pacific het minst (32%). Landen als Azerbeidzjan, Tsjaad en Montenegro scoren het slechtst: daar krijgen slecht 2 op de 10 kinderen in het cruciale uur na de geboorte borstvoeding.

‘Borstvoeding geeft kinderen de best mogelijke start in het leven’, zegt dr. Tedros Adhanom Ghebreyesus, directeur-generaal van de WHO. ‘Daarom moeten familieleden, gezondheidswerkers, werkgevers en overheden kersverse moeders beter ondersteunen zodat zij hun kinderen de start kunnen geven die ze verdienen.’

Capture the Moment signaleert een aantal oorzaken van het te laat beginnen met borstvoeding:

- Kinderen krijgen ander eten of drinken 

Gangbare (vaak cultureel bepaalde) praktijken, zoals het weggooien van colostrum, het geven van honing aan de pasgeborene of zorgverleners die de pasgeborene een specifieke vloeistof geven (suikerwater of flesvoeding bijvoorbeeld), vertragen het eerste kritische contact van een pasgeborene met zijn of haar moeder.

- De toename van keizersnedes

Het aantal baby’s dat via een keizersnede ter wereld komt is toegenomen. Werd in 2005 gemiddeld 13% van de baby’s wereldwijd met een keizersnede gehaald, in 2017 was dat meer dan 20%. Het aantal baby’s dat in het eerste uur na de geboorte borstvoeding kreeg was twee keer zo hoog bij een natuurlijke bevalling als bij een bevalling met een keizersnede.  

- Hiaten in de kwaliteit van de zorg voor moeders en pasgeborenen

Achterhaalde opvattingen leiden er soms toe dat baby's direct na de geboorte gescheiden worden van hun moeder. Het maakt weinig verschil of de bevalling wordt begeleid door opgeleid (arts, verpleegkundige of verloskundige) of onopgeleid personeel (zoals een traditionele vroedvrouw). In het eerste geval wordt 48% van de pasgeborenen binnen het uur aan de borst gelegd, in het tweede geval 44%. 

UNICEF en de WHO sporen regeringen, donoren en andere besluitvormers aan om krachtige wettelijke maatregelen te nemen om het promoten van flesvoeding en andere moedermelkvervangers te beperken.

*Uit eerdere studies, geciteerd in het rapport, is gebleken dat pasgeborenen die tussen 2 en 23 uur na de geboorte de eerste borstvoeding kregen een 33% groter risico hadden om te overlijden in vergelijking met degenen die binnen een uur na de geboorte aan de borst werden gelegd. Bij pasgeborenen die pas na een dag of nog later met borstvoeding begonnen, was het risico meer dan tweemaal zo hoog.