SANA’A - Het aantal gevallen van cholera blijft stijgen in Jemen, en is inmiddels toegenomen tot meer dan 101.820 met al 791 doden. Kinderen zijn het meest kwetsbaar voor de besmettelijke ziekte. UNICEF en de Wereldgezondheidsorganisatie werken hard om verdere verspreiding te stoppen.
De Nederlandse Marije Broekhuijsen, een van de experts op het vlak van water en sanitaire voorzieningen, werkt vanuit Sana’a en is beschikbaar voor interviews. Ook zijn beelden beschikbaar.
‘De cholera uitbraak maakt een slechte situatie voor kinderen dramatisch erger. Veel van de kinderen die aan de ziekte overleden waren ook ondervoed’, stelt Meritxell Relano, directeur van UNICEF in Jemen. ‘Leven is voor kinderen in Jemen een wanhopige strijd om te overleven. Cholera, ondervoeding en geweld zijn continue bedreigingen.’
De race om cholera te stoppen is niet makkelijk te winnen. Het gezondheidssysteem in Jemen is door het al twee jaar durende conflict bijna vernietigd. Minder dan de helft van de klinieken in het land functioneert nog volledig. Er komen veel minder medische hulpmiddelen in het land binnen dan voorheen. Relevante infrastructuur is vernietigd, waardoor 14,5 miljoen mensen geen toegang hebben tot schoon drinkwater en sanitaire voorzieningen. Hulpverleners hebben in geen acht maanden salaris ontvangen.
UNICEF en de Wereldgezondheidsorganisatie bereikten tot dusver bijna 3,5 miljoen mensen met water en ontsmettingsmiddelen. Op meerdere plekken in het land zijn klinieken opgezet specifiek voor mensen met cholera, waar patiënten worden gescreend om onmiddellijk medische hulp te krijgen. Ook krijgt de bevolking informatie over de voorzorgsmaatregelen die ze kunnen nemen.