In Denemarken is de minste ongelijkheid tussen kinderen. In Israël en Turkije zijn de verschillen tussen kinderen wat betreft inkomen, gezondheid, onderwijs en levenstevredenheid het grootst. Twee van de rijkste landen ter wereld, Japan en de Verenigde Staten, scoren laag als het gaat om inkomensongelijkheid waarin kinderen opgroeien. Dat blijkt uit het 13e Report Card onderzoek van UNICEF, “Fairness for Children”, dat de ongelijkheid in welzijn van kinderen in de rijkste landen ter wereld meet. Nederland hoort bij de groep landen waar de ongelijkheid het kleinst is: ons land staat op de zesde plaats.
Er is voor Nederlandse kinderen een aantal opvallende bevindingen:
“Hoewel Nederlandse kinderen relatief gezien tevreden zijn met hun leven is er, in vergelijking met eerdere onderzoeken, meer ongelijkheid tussen Nederlandse kinderen als het gaat om gezondheid, onderwijs en inkomen”, stelt Esther Polhuijs, kinderrechtendeskundige bij UNICEF Nederland. “De Nederlandse overheid moet erop letten dat die verschillen niet nog groter worden.”
Om het welzijn van kinderen te verbeteren, beveelt UNICEF aan de inkomens van de armste huishoudens te beschermen, de onderwijsprestaties van kansarme leerlingen te ondersteunen, een gezonde levensstijl voor alle kinderen te stimuleren, levenstevredenheid serieus te nemen en de welzijnsagenda’s te richten op gelijke kansen voor alle kinderen.
“Report Card 13 herinnert ons eraan dat het welzijn van kinderen niet een onvermijdelijke uitkomst is van de individuele omstandigheden of van het niveau van economische ontwikkeling, maar dat het wordt gevormd door beleidskeuzes,” zegt Sarah Cook, directeur van het UNICEF onderzoekscentrum Innocenti in Florence. “Naarmate het inzicht over de impact van ongelijkheid groeit, wordt het steeds duidelijker dat overheden het verbeteren van het welzijn van alle kinderen prioriteit moeten geven, zodat alle kinderen de kans krijgen om zich volop te ontwikkelen.”
Andere belangrijke bevindingen: