Vertienvoudiging van zelfmoordaanslagen door kinderen in en rond Nigeria

12 april 2016

Het aantal kinderen betrokken bij ‘zelfmoordaanslagen’ in Nigeria, Tsjaad, Kameroen en Niger is het voorbije jaar fors gestegen: van 4 kinderen in 2014 naar 44 in 2015. Dit blijkt uit cijfers van UNICEF die vandaag werden gepubliceerd. Meer dan 75 procent van de betrokken kinderen zijn meisjes. Dit staat in het rapport ‘Beyond Chibok’, dat twee jaar na de ontvoering van meer dan 200 schoolmeisjes in Chibok wordt gepubliceerd.

Beeldmateriaal is beschikbaar via: http://weshare.unicef.org/Package/2AMZIF6N8PJ

“De Nigeriaanse samenleving raakt ontwricht door het geweld van Boko Haram en de angst die erdoor wordt aangewakkerd”, stelt Marieke Roelfsema, noodhulpspecialist bij UNICEF Nederland. “Deze terreur moet stoppen. Dat was ook het signaal van onze protestmars in Den Haag op 8 maart, waar ook minister Ploumen in meeliep.”

Het rapport toont een alarmerende trend in de vier landen die de voorbije twee jaar geteisterd werden door Boko Haram:

  • Tussen januari 2014 en februari 2016 tekende Kameroen het hoogste aantal zelfmoordaanvallen op met kinderen (21), gevolgd door Nigeria (17) en Tsjaad (2).
  • De voorbije twee jaar werden bijna 1 op 5 zelfmoordaanslagen uitgevoerd door kinderen. Driekwart van deze kinderen waren meisjes. Vorig jaar werden voor 1 op de 2 aanslagen kinderen ingezet in Kameroen, 1 op de 8 in Tsjaad en 1 op de 7 in Nigeria.
  • Vorig jaar verspreide het fenomeen van zelfmoordaanslagen zich ook buiten de grenzen van Nigeria. Het aantal zelfmoordaanslagen steeg van 32 in 2014 naar 151 vorig jaar. In 2015 werden 89 van deze aanslagen gepleegd in Nigeria, 39 in Kameroen, 16 in Tsjaad en 7 in Niger.

“Laten we duidelijk zijn: deze kinderen zijn slachtoffers en geen daders,” zegt Manuel Fontaine, regionaal UNICEF Directeur voor West- en Centraal Afrika. “Kinderen misleiden en hen dwingen dodelijke aanslagen te plegen, is een van de meest gruwelijke aspecten van het geweld in Nigeria en de omringende landen.”

De strategie om kinderen in te zetten om aanslagen uit te voeren, heeft een klimaat van angst en wantrouwen gecreëerd. Dit heeft vernietigende gevolgen voor meisjes die gijzeling en seksueel geweld door Boko Haram hebben overleefd in het noordoosten van Nigeria. Kinderen die ontsnapten of bevrijd werden uit de handen van gewapende troepen, worden vaak gezien als een potentiële bedreiging voor de veiligheid – mensen denken dat deze kinderen geradicaliseerd zijn. Dit blijkt uit recent onderzoek van UNICEF en International Alert. Kinderen die geboren worden als gevolg van seksueel geweld dragen ook vaak een stigma en worden geconfronteerd met discriminatie in hun dorpen, gastgemeenschappen en kampen voor intern ontheemde personen.

“Aangezien ‘zelfmoordaanslagen’ met kinderen steeds vaker voorkomen, beginnen sommige gemeenschappen kinderen te zien als een gevaar voor de veiligheid,” zegt Fontaine. “Dit wantrouwen naar kinderen toe kan desastreuze gevolgen hebben; hoe kan een gemeenschap de draad weer oppakken als ze haar eigen zussen, dochters en moeders verwerpt?”

Het rapport Beyond Chibok evalueert de impact van het conflict op kinderen in de vier landen die getroffen worden door Boko Haram. Het rapport stelt vast dat:

  • Bijna 1,3 miljoen kinderen ontheemd zijn;
  • Zowat 1800 scholen gesloten zijn – omdat ze ofwel verwoest of geplunderd zijn, ofwel gebruikt worden als opvangplaats voor vluchtelingen;
  • Meer dan 5000 kinderen gescheiden zijn van hun ouders.

UNICEF werkt samen met gemeenschappen en families in Nigeria, Tsjaad, Kameroen en Niger om te vechten tegen het stigma dat overlevenden van seksueel geweld treft en om een veilige omgeving te creëren voor kinderen die slachtoffer zijn geweest van ontvoering. Samen met partnerorganisaties voorziet UNICEF in schoon drinkwater en levensreddende gezondheidsfaciliteiten, helpt de toegang tot onderwijs te herstellen door tijdelijke leeromgevingen te creëren en zorgt voor behandeling van ondervoede kinderen. Daarnaast geeft UNICEF kinderen psychosociale steun om hen te helpen om te gaan met emotioneel leed.