Iedere vijf jaar legt Nederland verantwoording af aan het VN- Kinderrechtencomité over de situatie van kinderen en jongeren in ons land. In hoeverre wordt het Kinderrechtenverdrag nageleefd? Deze week werd een volgende stap in dit proces gezet.
© IstockPhoto/bernardbodo/Defence for Children
Het VN-Kinderrechtencomité heeft de Nederlandse Staat vragen gesteld over de kinderrechtensituatie in het Nederlands Koninkrijk. In juli dit jaar heeft het Kinderrechtencollectief, waar UNICEF Nederland deel van uit maakt als input een lijst met 30 zorgpunten aangeboden. Ruim 80 organisaties hebben dit onderschreven.
Er komen veel onderwerpen aanbod. Zo worden vragen gesteld over het mentaal welzijn van jongeren in Nederland en welke maatregelen genomen worden om depressie onder jongeren te verminderen. En bijvoorbeeld ook naar hoe armoede onder kinderen wordt teruggedrongen, aangezien de teller op 292.000 kinderen staat. Of welke maatregelen ons land neemt om de asielprocedure eerlijker en kindvriendelijker te laten verlopen, waarbij het belang van het kind voorop staat. Het VN-Kinderrechtencomité stelt ook vragen over de maatregelen die worden genomen om te zorgen dat het bedrijfsleven kinderrechten respecteert en naleeft. Ook stelt het VN-Comité vragen over de situatie in de Caribische gemeenten (Bonaire, St Eustatius en Saba) en landen (Curaçao, Aruba en Sint Maarten). En over de bevordering van kinderparticipatie binnen bijvoorbeeld scholen en bij ontwikkelen van beleid.
“Het zou zo mooi zijn wanneer elk beleid dat wordt opgesteld door de overheid in lijn is met de rechten van het kind. Beter vooraf controleren in plaats van achteraf repareren. Dan werken we echt vanuit het belang van het kind”, aldus Laurien Koster, voorzitter Kinderechtencollectief.
Het Koninkrijk heeft een jaar de tijd om de vragen van het VN-Kinderrechtencomité te beantwoorden. Ook het Kinderrechtencollectief zal een rapportage opstellen waarin een reactie wordt gegeven op de vragen en het staatsrapport. Naar verwachting zal het VN-Kinderrechtencomité begin 2021 in gesprek gaan met de regering, jongeren en maatschappelijke organisaties waaronder het Kinderrechtencollectief.