De migratie-afspraken hebben verstrekkende gevolgen voor kinderen die in Nederland en Europa - alleen of met familie - internationale bescherming zoeken. Het migratiebeleid dat het nieuwe kabinet Rutte III voor ogen heeft is alles behalve kindvriendelijk; de regeringspartijen hebben tijdens de onderhandelingen te weinig rekening gehouden met de belangen en rechten van kinderen zoals afgesproken in het VN-Kinderrechtenverdrag.
Defence for Children, Save the Children en UNICEF Nederland maken zich zorgen over:
In het regeerakkoord is opgenomen dat de huidige Kinderpardonregeling gehandhaafd blijft. De afgelopen 4,5 jaar werd van de 2.120 aanvragen, maar aan 120 mensen een vergunning verleend. Bovendien is het aantal inwilligingen teruggelopen naar slechts één gezin in heel 2016. Het Kinderpardon bestaat daarmee in feite niet meer. Sommige kinderen zijn hier alweer negen jaar. Het is onacceptabel dat kinderen na meer dan vijf jaar verblijf in Nederland worden uitgezet.
Martine Goeman, jurist bij Defence for Children: "De langdurige onzekerheid en stress maken kinderen letterlijk ziek. Dit kan niet nog een regeerperiode voortduren. De formerende partijen maken een grote fout wanneer ze dit nu niet oplossen. Het zou vanzelfsprekend moeten zijn dat de regering de rechten van deze kinderen erkent.”
Eerder tekenden meer dan 300 van de 400 burgemeesters voor een Eerlijk Kinderpardon. Zestien organisaties riepen op om het recht op verblijf na vijf jaar te erkennen. Goeman: “Wij roepen de regering met klem op om het recht op verblijf van deze kinderen te erkennen. De oplossing hoeft niet de naam ‘kinderpardon’ te dragen.”
Het nieuwe kabinet is voornemens meer migratiedeals te sluiten. Pim Kraan, directeur Save the Children: "We maken ons grote zorgen over het beschermen van mensenrechten in de praktijk op basis van dit soort afspraken. Op papier lijken mensenrechten beschermd, maar de praktijk is weerbarstiger en is het onduidelijk hoe kinderen beschermd worden."
Uit meerdere onderzoeken, onder andere van Save the Children, blijkt dat de gevolgen van migratie overeenkomsten nadelig kunnen uitvallen voor bijvoorbeeld de geestelijke gezondheid van kinderen die in opvangcentra terechtkomen. De belangen en rechten van kinderen worden daarbij geschonden.
Het kabinet zegt in lijn met internationale verdragen te willen handelen. Daar valt ook het VN-Kinderrechtenverdrag onder. Wij roepen het nieuwe kabinet op om mensenrechten, en dus ook kinderrechten, de hoogste prioriteit te geven en te garanderen dat rechten niet alleen in theorie, maar ook in praktijk worden gerespecteerd.
Het is positief dat het kabinet de situatie van vluchtelingen en kinderen in de regio wil verbeteren. Onderwijs aan kinderen op de vlucht is van groot belang, maar staat los van het feit of ze wel of niet doormigreren naar andere regio’s.
De jaarlijkse quota van 500 genodigde vluchtelingen wordt met 250 verhoogd naar 750. In een wereld waarin meer dan 65 miljoen mensen op de vlucht zijn voor oorlog en vervolging is dit een kleine druppel op een grote gloeiende plaat.
Majorie Kaandorp, migratiedeskundige bij UNICEF Nederland: "Meer dan de helft van het aantal vluchtelingen is kind. Een groot deel van deze kinderen komt alleen en sommigen hebben hun ouders verloren. We weten allemaal dat landen in de regio nu al de meeste vluchtelingen opvangen in locaties die nu vaak ongeschikt zijn voor kinderen om in op te groeien. Om echt verschil te maken moet het aantal uitgenodigde vluchtelingen in Nederland én Europa drastisch omhoog. Daarnaast moeten gezinsherenigingsprocedures verbeterd en versneld worden en het aantal werk- en humanitaire visa omhoog."
We zijn verheugd dat het nieuwe kabinet werk wil maken van kleine opvangcentra in de buurt van de gemeenten waar asielzoekers ook gehuisvest zullen worden. "Kleinschaligheid is heel belangrijk voor het gevoel van veiligheid van kinderen en voor het behoud van gezinsstructuren", zegt Helen Schuurman, kinderrechtendeskundige UNICEF Nederland. "Maar de grootste winst zit in de belofte dat met deze nieuwe aanpak schoolgaande kinderen in principe niet meer hoeven te verhuizen. Dit is écht een randvoorwaarde om deze kwetsbare groep kinderen een toekomst te bieden."
We maken ons wel zorgen over de tweedeling die wordt gemaakt tussen asielzoekende kinderen die 'kansrijk' zijn en daarmee recht hebben op verblijf in kleinere opvangcentra en de kinderen van wie de aanvraag 'een kleine tot geen kans van slagen' heeft en daarmee in grotere centra worden gehuisvest. Het stoppen met de verhuizingen moet snel praktijk worden voor álle kinderen, omdat verhuizingen zeer schadelijk zijn voor hun ontwikkeling.