In de meest welvarende landen ter wereld zijn nog eens 2,6 miljoen kinderen onder de armoedegrens gezakt. Hierdoor staat het totale aantal kinderen dat in armoede leeft in de ontwikkelde wereld op ongeveer 76,5 miljoen. Dat blijkt uit het UNICEF rapport Kinderen van de Recessie: De impact van de economische crisis op het welzijn van kinderen in rijke landen, dat vandaag (28 oktober) verschijnt.
ONDER EMBARGO TOT 11U OP 28 OKT
Het zogeheten Report Card 12-rapport van het UNICEF onderzoeksinstituut Innocenti rangschikt 41 geïndustrialiseerde landen* op inkomsten voor gezinnen. Ook wordt gekeken naar aantallen werkloze jongeren en is onderzoek gedaan naar de beleving van de recessie.
In 23 van de 41 onderzochte landen, waaronder Nederland, is kinderarmoede sinds 2008 gestegen. In Ierland, Kroatië, Letland, Griekenland en IJsland zelfs met meer dan 50 procent. Door de armoede is er soms een fikse daling in het aantal jaren van vooruitgang die eerder was ingezet. Griekenland verliest 14 jaar vooruitgang, Nederland zit met 4 jaar verlies aan vooruitgang tussen landen als Malta, Roemenië en Bulgarije. “In veel welvarende landen hebben huishoudens de afgelopen jaren qua inkomen een grote stap terug moeten doen. Door de invloed die dit heeft op de ontwikkeling van kinderen verwachten we langdurige gevolgen voor deze gezinnen en voor de gemeenschappen,” zegt Jeffrey O’Malley, hoofd internationaal beleid van UNICEF. In 18 landen is de armoede onder kinderen aanzienlijk afgenomen. In Australië, Chili, Finland, Noorwegen, Polen en de Slowakije is kinderarmoede ongeveer met 30 procent gedaald.
Het onderzoekscentrum ondervroeg inwoners naar hun beleving van armoede. Nederland scoort hier aanzienlijk slecht. Op de vraag of mensen in het afgelopen jaar (2013) momenten kenden waarop ze niet genoeg geld hadden om voor zichzelf of hun familie eten te kopen, antwoordde 11 procent bevestigend. In 2007 was dat nog maar 4 procent. Op de vraag of er stress werd ervaren antwoordde 29 procent van de Nederlandse ondervraagden met ‘ja’. In 2007 was dat nog 19 procent.
De recessie heeft voornamelijk de 15- tot 24-jarigen hard geraakt. Het aantal jongeren dat niet op school zit en evenmin een baan heeft, is enorm gestegen. In 2013 vielen in de EU 7,5 miljoen jongeren (dat is bijna net zoveel als de hele bevolking van Zwitserland) in deze categorie. In Nederland is dit percentage met 1,7 procent gestegen. In 2013 had 5,1 procent van de 15-24 jarigen geen baan, opleiding of training. “De economische crisis raakt iedereen, maar dit rapport laat zien dat kinderen onevenredig hard worden getroffen”, aldus Sabine de Jong, kinderrechtendeskundige bij UNICEF Nederland. “Er is minder geld voor eten, gezondheidszorg of een dak boven je hoofd. Ouders hebben soms zoveel stress dat een goede opvoeding in gevaar komt en de werkloosheid onder jongeren is flink gestegen. Dat zorgt er niet alleen voor dat de ontwikkeling van kinderen in gevaar komt, het zal ook een jarenlange impact op de maatschappij hebben.”
Hoe erg een land geraakt wordt door de economische crisis hangt niet zozeer van de ernst van de crisis af, maar meer van de bestaande economische structuren, de sociale vangnetten en, meest belangrijk, de politieke beslissingen. UNICEF-onderzoek toont aan dat de kracht van sociaal beschermingsbeleid een doorslaggevende rol speelt in preventie van armoede. In verschillende landen is de afgelopen jaren bezuinigd op de zeer effectieve subsidieprogramma’s voor kinderbescherming. Dit heeft een negatieve invloed op het welzijn van kinderen, wat vooral zichtbaar is in het Middellandse Zeegebied. O’Malley: “Alle landen hebben sterke sociale opvangsystemen nodig om kinderen in slechte én goede tijden te beschermen. Welvarende landen zouden het goede voorbeeld moeten geven als het gaat om het uitroeien van armoede onder kinderen, het ontwikkelen van een beleid om de economische teruggang te compenseren en het welzijn van kinderen.”
* De onderzochte landen zijn de Europese Unie en de leden van de OESO, de Organisatie voor Economische samenwerking en Ontwikkeling.