Afgelopen week stond in het teken van de online sessie die de Nederlandse staat had met het VN-Kinderrechtencomité. Twee dagen lang spraken vertegenwoordigers van het Koninkrijk der Nederlanden, inclusief de Caribische delen, met het Comité en legden verantwoording af over het naleven van het VN-Kinderrechtenverdrag in de afgelopen vijf jaar. Vandaag organiseerde het Kinderrechtencollectief een nabeschouwing.
Margrite Kalverboer, Huri Sahin, Ton Liefaard en Narita Derks bespraken de sessies
© Kinderrechtencollectief
“Het was goed om te zien dat er een grote delegatie van Nederland aanwezig was", vertelde Huri Sahin, voorzitter Kinderrechtencollectief, 'waaronder onze kersverse staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, Maarten van Ooijen. Het Comité had zich goed voorbereid en snapte ook goed de context van de Nederlandse problematiek. Ik herkende daar zeker de punten uit de ngo-rapportage en ons gesprek met het Comité in terug.”
Bekijk hier de videoopname van de nabeschouwing:
De minister van Education, Culture, Youth and Sport van Sint Maarten was het hoofd van de delegatie en ook Aruba en Curaçao waren vertegenwoordigd. Dat is een goed teken, want hierdoor kwam er meer aandacht voor het Caribisch deel van het Koninkrijk. Deze aandacht kan helpen om kinderrechtenprogramma’s daar te ondersteunen. In de hele discussie kwamen de BES-eilanden (Bonaire, Sint Eustatius en Saba) minder uitgebreid aan bod. Wel werd de samenwerking tussen BZK en UNICEF op deze bijzondere gemeentes genoemd.
Kinderombudsvrouw Margrite Kalverboer merkte op dat het belang van het kind terug kwam in de vragen. “We hebben het vaak gehoord in deeldomeinen zoals jeugdstrafrecht en jeugdzorg. Nederland gaf aan dat zij dat belang van het kind meenemen in het beleid, maar ondertussen weet iedereen dat die doorwerking er niet altijd is. Individuele kinderen hebben vaak te maken met besluiten waarbij hun belang niet voorop staat. Denk bijvoorbeeld aan kinderen in Syrische kampen die niet terug gehaald worden omdat hun moeders in Nederland niet gewenst zijn."
“De veiligheid in de jeugdzorg zag ik terugkomen tijdens de sessie, een belangrijk onderwerp”, vertelt Narita Derks (24), belangenbehartiger jongeren bij Cliëntenbelang, “Ruimte voor mentale gezondheid op scholen is ook aan bod geweest. Maar hoe gaat de overheid ermee om? Vanuit VWS komen er wel plannen, maar in de praktijk zien we daar niet voldoende van terug. Het werd niet concreet. Ik had er eerlijkgezegd meer van verwacht.”
Huri Sahin: “Op de tweede dag vroeg een Comitélid: wat zou u tegen kinderen en jongeren zeggen over het klimaat? De reactie: 'we vinden het heel fijn om naar hen te luisteren' moet toch absoluut niet voldoende zijn. Hier liet Nederland echt een kans liggen. Kinderen en jongeren willen juist het beleid vormgeven, want het gaat om hun toekomst."
Het Comité had best waardering voor Nederland; er is heel veel goed geregeld maar aan de andere kant zijn er veel problemen waar ze de vinger achter willen krijgen. Daarover kregen ze vaak geen concrete antwoorden. De Comitéleden wezen Nederland erop dat de delegatie de tijd had om betere antwoorden te formuleren merkte Ton Liefaard, hoogleraar kinderrechten aan Universiteit Leiden op.
Gehad Madi, Comitélid en coördinator van de Task Force voor het rapport van het Koninkrijk der Nederlanden, sloot af met de woorden: “Het Comité ziet uit naar schriftelijke antwoorden. We hopen dat de slotopmerkingen serieus worden genomen en dat de commissie haar aanbevelingen niet hoeft te herhalen.”
Half februari worden de VN-aanbevelingen, the Concluding Observations, verwacht. Deze VN-Aanbevelingen zullen door het Kinderrechtencollectief in kindvriendelijke taal worden vertaald en aangeboden. Het Kinderrechtencollectief zal nauwlettend volgen wat er met die Aanbevelingen gaat gebeuren.
Kijk de sessie met het Comité terug up UN Web TV – sessie van 1 februari 2022
en sessie van 2 februari 2022
Het Kinderrechtencollectief, de Kinderombudsman en jongeren hebben in april 2021 ieder een rapportage ingediend bij het Comité en ze hebben deze tijdens een speciale pre-sessie toegelicht in juni. Dat was de reactie op het staatsrapport van november 2020.
UNICEF Nederland is kernlid van het Kinderrechtencollectief