Sinds de start van de uitbraak van ebola in West-Afrika hebben volgens UNICEF minstens 3.700 kinderen in Guinee, Liberia en Sierra Leone één of beide ouders aan de ziekte verloren. Velen van hen worden bovendien uit angst voor besmetting in de steek gelaten door hun familieleden.
Terwijl het dodental door ebola in West-Afrika oploopt, laten voorlopige rapporten uit Guinee, Liberia en Sierra Leone zien dat het aantal weeskinderen door de ziekte de laatste weken sterk is toegenomen. Rond half oktober zal het aantal waarschijnlijk verdubbeld zijn.
"Duizenden kinderen zien hun vader, moeder of andere familieleden sterven door ebola", zegt Manuel Fontaine, regionaal directeur van UNICEF in West- en Centraal-Afrika. Hij is net terug van een bezoek van twee weken aan Guinee, Liberia en Sierra Leone. "Deze kinderen hebben speciale aandacht en steun nodig. Ze voelen zich ongewild en in de steek gelaten. Weeskinderen worden normaal gesproken opgenomen door een familielid, maar in sommige gemeenschappen is de angst voor ebola sterker dan de familiebanden."
Ebola treft kinderen op emotioneel gebied zwaar. Zeker als zij of hun ouders geïsoleerd zijn voor behandeling. UNICEF biedt kinderen op traditionele en nieuwe manieren emotionele en fysieke zorg:
"Door ebola wordt een gewone menselijke reactie als het geruststellen van een ziek kind een mogelijke doodsoorzaak", aldus Fontaine. "De overgrote meerderheid van kinderen getroffen door ebola krijgen nog steeds geen gepaste zorg. We kunnen niet op de gebruikelijke manier reageren op een crisis van deze aard en deze omvang. Er is veel moed nodig, meer creativiteit, en veel véél meer middelen."
In totaal heeft UNICEF 200 miljoen dollar nodig voor de strijd tegen ebola en de hulp aan kinderen en hun families. Van dit bedrag heeft de VN-kinderrechtenorganisatie tot nu toe 25% ontvangen, waaronder een bijdrage van 8 miljoen euro van de Nederlandse regering.