Door nieuwe geweldsuitbarstingen zijn meer dan 60.000 kinderen in het noordwesten van Syrië op drift geraakt. Kou, regen en overstromingen maken hun situatie extra precair.
Sinds 11 december zijn meer dan 130.000 mensen in de Syrische provincies Idlib, Hama en Aleppo op de vlucht geslagen. Onder hen zijn ruim 60.000 kinderen.
© UNICEF/Ahmad Al Ahmad
'Kinderen betalen de hoogste prijs voor het oplaaiende geweld in Noordwest-Syrië. Tussen januari en oktober van dit jaar zijn vijfhonderd kinderen omgekomen of gewond geraakt. En alleen al in december zijn minstens 65 kinderen gewond of gedood,' zegt Ted Chaiban, UNICEF-directeur voor het Midden-Oosten en Noord-Afrika.
Sinds 11 december zijn meer dan 130.000 mensen in de provincies Idlib, Hama en Aleppo op de vlucht geslagen. Onder hen zijn ruim 60.000 kinderen. Veel gezinnen hebben geen onderdak en moeten noodgedwongen buiten slapen. Chaiban: ‘De temperaturen dalen flink en de winter brengt ijskoude regen en overstromingen met zich mee. Kinderen die in kampen leven of op andere onleefbare plekken, zijn uitgeput doordat ze al zo vaak voor geweld moesten vluchten en nu bovendien blootstaan aan kou en ziektes. In het ergste geval overleven ze dit niet.’
De UNICEF-directeur hamert op het belang van humanitaire hulp. ‘Die is van levensbelang voor honderdduizenden kinderen in het noordwesten en andere delen van Syrië’