Exact twee jaar geleden werd Sint Maarten getroffen door Irma, de meest krachtige orkaan die ooit over de Cariben raasde. Veiligheidsplannen zorgen er nu voor dat mensen beter voorbereid zijn op eventuele nieuwe rampen en dat kinderen beter beschermd zijn. UNICEF blijft ter plekke om in partnerschap met de overheid, scholen, ouders en kinderen te ondersteunen.
UNICEF geeft voorlichting op sociale media met dit soort iconen
Inmiddels hebben 24 scholen op Sint-Maarten een zogenoemd Veiligheids- en Crisisteam (‘Safety and Emergency Team’) en een veiligheidsplan per school volgens vernieuwde veiligheidsrichtlijnen. Deze teams zorgen ervoor dat scholen goed voorbereid zijn op een eventuele orkaan of ander natuurgeweld.
Direct na de orkaan was Sint Maarten erg onveilig vanwege plunderingen. UNICEF maakte de campagne ‘Too cool to Loot’ mede mogelijk. Deze campagne gaf kinderen de ruimte na te denken over de plundering en zich hier over uit te spreken.
Honderden kinderen en hun ouders werden door UNICEF voorbereid op een eventuele volgende ramp. Zij ontvingen informatiematerialen, er vonden gastlessen op scholen plaats, workshops, discussies, een ontwerp- en tekenwedstrijd een videowedstrijd en via (sociale) media. Tevens werd er een jeugddebat georganiseerd. Professionals op Sint Maarten werden getraind hoe kinderen kunnen worden opgevangen na een traumatische ervaring middels de UNICEF ‘Return to Happinness’ methodiek.
Mede door de financiering van het Rode Kruis heeft UNICEF er voor gezorgd dat het onderwijs op Sint-Maarten beter voorbereid is op rampen, niet alleen op orkanen, maar bijvoorbeeld ook op overstromingen, aardbevingen en grote branden. UNICEF heeft een protocol opgesteld rond de evacuatie van kinderen om dit in de toekomst beter te laten verlopen. Dit deden ze samen met vertegenwoordigers van kinderbeschermingsorganisaties van de andere eilanden in het Caribisch deel van het Nederlands Koninkrijk.
Alle activiteiten van UNICEF Nederland zijn uitgevoerd in nauwe samenwerking met de overheid van Sint Maarten, in het bijzonder met het Ministerie van Onderwijs, Cultuur, Jeugd en Sport, het Ministerie van Justitie, en het Ministerie van Volksgezondheid, Sociale Zaken en Arbeid.