Een veilig thuis, ver van huis in Oeganda
Oeganda vangt de meeste vluchtelingen op van heel Afrika, in totaal ruim 1,5 miljoen mensen. Ze komen voornamelijk uit Zuid-Soedan en de Democratische Republiek Congo.
In Obongi, een district in het noorden van het land is 72% van de 178.000 inwoners vluchteling. Veel kinderen daarvan zijn gevlucht voor geweld. Sommigen zijn hun ouders kwijtgeraakt en lopen risico op misbruik of verwaarlozing. UNICEF hielp deze kinderen met bescherming en steun, zodat ze zich weer veilig en kind kunnen voelen.
UNICEF hielp de lokale overheid in Oeganda om kinderen beter te beschermen. Dit gebeurde in het kader van het project ‘Een veilig huis, ver van thuis’ - van mei 2022 tot en met augustus 2023. We zorgden dat kinderen die gevaar liepen, op tijd hulp kregen. Ook gaven we voorlichting aan duizenden mensen om geweld te voorkomen. Meer dan 2.000 kinderen en verzorgers kregen steun voor hun mentale gezondheid. Via groepsactiviteiten, zoals sporten, hielpen we kinderen zich sterker en veiliger te voelen.
De uitdagingen tijdens het project
In Oeganda was er te weinig geld voor kinderbescherming en in Obongi was er ook een tekort aan sociaal werkers. Dit maakte het moeilijk om kinderen goed te helpen, vooral in vluchtelingengemeenschappen. UNICEF onderzocht samen met partners hoe het systeem werkte en hield daarbij rekening met deze uitdagingen.
Er werd gekeken wie waar actief was, zodat er geen dubbel werk werd gedaan. De taken en rollen werden duidelijk verdeeld, met steun van het kantoor van de minister-president. Tijdens het project zorgden de lokale autoriteiten voor goede samenwerking: elke paar maanden kwamen organisaties bij elkaar om problemen te bespreken, plannen te maken en taken te verdelen.
Afat vond zijn glimlach terug
De 11-jarige Afat vluchtte met zijn grootouders van Zuid-Soedan naar Oeganda. Dit gebeurde nadat zijn huis in brand was gestoken, hij zijn ouders verloor en zelf ernstige brandwonden opliep. In Oeganda voelde hij zich eenzaam. Andere kinderen durfden niet met hem te spelen door zijn brandwonden.
Maatschappelijk werker Komakech, die steun kreeg van UNICEF, hielp hem met de TeamUp-methode: sport en spel in groepsverband. Stap voor stap durfde Afat weer mee te doen. Nu heeft hij vrienden, lacht hij weer en droomt hij ervan om arts te worden.
Wat we hebben bereikt met het project
Het project liep van mei 2022 tot en met augustus 2023. In die periode hebben we het volgende bereikt:
- Kinderbescherming versterkt: 72 hulpverleners zijn getraind in het beschermen van kinderen. Denk aan sociaal werkers, politie-agenten en dorpshoofden. Ook kregen 2.000 ouders en verzorgers training in positief opvoeden.
- Bewustwording vergroot: meer dan 8.000 mensen kregen voorlichting over het voorkomen van geweld tegen kinderen. Ruim 5.900 volwassenen en 2.400 kinderen deden mee aan gesprekken over dit onderwerp.
- Hulp voor kinderen bij geweld: 2.199 kinderen kregen mentale steun. Daarvan kregen 1.895 kinderen extra hulp, zoals medische zorg of steun in een rechtszaak. 304 kinderen kregen andere zorg, zoals een pleeggezin waar ze terecht konden.
- Groepsactiviteiten voor tegenslagen: 13.958 kinderen deden mee aan groepsactiviteiten, zoals TeamUp, om zich beter te voelen en sterker in hun schoenen te staan na een tegenslag.
Hoe kan ik helpen?
Leuk dat je het vraagt! Dit project is afgerond, dus hier hebben we geen donaties meer voor nodig. Wel zijn er een hoop andere mooie projecten waar we jouw steun goed voor kunnen gebruiken.
