Asielopvang in Nederland

UNICEF blijft onophoudelijk aandacht vragen voor de situatie van kinderen in de Nederlandse asielopvang. De belangen van deze kinderen, die gevlucht zijn voor oorlog en conflict, moeten voorop staan. Maar door de voortdurende opvangcrisis komen deze belangen steeds verder in de knel. Volgens het Kinderrechtenverdrag hebben kinderen het recht op kindvriendelijke en veilige asielopvang, ter bescherming van hun welzijn en om psychische- en ontwikkelingsschade te voorkomen. Hier zet UNICEF zich voor in.

Noodopvang is geen passende oplossing voor kinderen

De omstandigheden in veel noodopvanglocaties zijn schadelijk voor kinderen, omdat de kwaliteit van de opvang niet voldoet aan minimumnormen voor asielopvang. Kinderen moeten veel verhuizen en het is niet duidelijk hoe toegang tot onderwijs, zorg en veiligheid wordt geregeld.  

UNICEF Nederland vindt het goed dat alle betrokken partijen – zoals het kabinet, gemeenten, Nidos en het COA – hun best doen om te zorgen voor voldoende blijvende opvangplekken voor asielzoekers. Dat is noodzakelijk om ervoor te zorgen dat meer dan 4000 kinderen die momenteel in de noodopvang verblijven daar zo snel mogelijk weg kunnen. Naast het vinden van voldoende opvangplekken is aandacht voor de kwaliteit van de opvang erg belangrijk. Desondanks is hier vaak onvoldoende aandacht voor.

Naast voldoende opvangplekken is de kwaliteit van groot belang

Kinderen hebben veel méér nodig dan alleen een dak boven hun hoofd. Ze moeten niet steeds hoeven verhuizen, ze moeten naar school kunnen, toegang hebben tot (medische) zorg en begeleiding en hulp krijgen. Het gaat om kwetsbare kinderen. Juist deze kinderen moeten zich veilig en beschermd voelen en niet verder beschadigd raken.  

Uit onderzoek van UNICEF Nederland en anderen van de Werkgroep Kind in azc uit 2022 blijkt dat kinderen ontwikkelingsschade oplopen in tijdelijke noodopvanglocaties. Dat komt onder andere doordat het in de noodopvang onmogelijk is om toegang tot onderwijs en zorg goed te regelen. We zijn alweer 1,5 jaar verder, maar er is nog weinig veranderd. Daarom blijven we ons uitspreken en roepen we het kabinet op om deze kinderen te beschermen.

Zet de bescherming van kinderen voorop

UNICEF vindt dat het kabinet ervoor moet zorgen dat kinderen in de (crisis)noodopvang geen verdere schade oplopen in hun ontwikkeling. Dat betekent dat in de nieuwe plannen het belang van kinderen centraal moet staan. Dus nu - en niet pas als iedereen een dak boven zijn hoofd heeft. Deze kinderen moeten zo snel mogelijk naar kleinschalige en blijvende opvang, waar zij de hele asielprocedure kunnen verblijven. Waar ze naar school kunnen, deel kunnen nemen aan activiteiten, de juiste zorg krijgen, zich veilig voelen en kind kunnen zijn. Zet in het plannen de bescherming van kinderen voorop en zorg ervoor dat ze niet verder beschadigd raken.

Waar krijgen kinderen in de noodopvang mee te maken? 

Op 20 juni 2022 verscheen een onderzoek van UNICEF en de werkgroep Kind in azc. Voor dat onderzoek is gesproken met zorg- en onderwijsprofessionals die werken met kinderen in de asielopvang en de noodopvang. Zij geven aan dat kinderen voortdurend moeten verhuizen en dat het daarom onmogelijk is om goed onderwijs en goede zorg te bieden. Kinderen moeten lang wachten tot ze naar school kunnen of een eerste gezondheids-intake krijgen. Dat is niet goed, want kinderen hebben rust en stabiliteit nodig en moeten vanaf aankomst in Nederland de juiste zorg krijgen. 

De noodopvang en crisisnoodopvang is voor kinderen geen prettige plek. Er zijn veel mensen bij elkaar, er is altijd geluid, geen privacy, het eten is niet altijd passend waardoor ondervoeding ontstaat. Kinderen voelen zich niet veilig, vallen in slaap op school, raken uitgeput en geïsoleerd. Dat zorgt voor problemen. Zoals een van de ondervraagden in het onderzoek zegt: ‘Kinderen gaan slechter de noodopvang uit dan ze erin gaan’. 

Zorgelijk is dat er in een jaar tijd weinig tot niets veranderd is. Er moet veel veranderen om de situatie op zowel korte als lange termijn te veranderen en de opvang in lijn te brengen met minimumnormen voor kinderen.