Vaak verhuizen, geen privacy, te weinig hulp bij traumatische ervaringen: de opvang van kinderen in Nederlandse asielzoekerscentra kan en moet beter. Dat is de conclusie van een recent onderzoek. De belangrijkste aanbevelingen lees je hieronder.
UNICEF-ambassadeur Klaas van Kruistum ontmoet Yousef (10). Yousef woont in een asielzoekerscentrum, en het leven daar is best zwaar...
Vind jij ook dat de asielopvang van kinderen beter kan en moet? Like en deel dan deze video! #ditmoetbeter
Deel deze video
Elk kind, wie het ook is en waar het ook woont, heeft dezelfde rechten: dat hebben we met elkaar afgesproken in het VN Kinderrechtenverdrag. Hoe zit het dan in Nederland met kinderen die in asielzoekerscentra wonen? Worden hun rechten gerespecteerd, en wat kan er beter? Om dat uit te zoeken heeft de Werkgroep Kind in azc samen met Centraal Orgaan opvang Asielzoekers (COA) een groot onderzoek gedaan naar de leefomstandigheden van kinderen in asielzoekerscentra en gezinslocaties. De tien belangrijkste aanbevelingen uit dat onderzoek zijn in 2018 via een manifest gepresenteerd aan de Tweede Kamer.
Op 7 november 2019 werd de reactie van staatssecretaris Ankie Broekers-Knol besproken in de Tweede Kamer.
Zó kunnen we de asielopvang van kinderen te verbeteren:
Een manifest met tien heldere aanbevelingen om de asielopvang van kinderen te verbeteren: de vaste Kamercommissie Justitie en Veiligheid nam die op 12 juni in ontvangst.
Lees verder voor de belangrijkste conclusies uit het onderzoek
Een ‘normaal’ gezinsleven leiden? Dat is enorm lastig in een azc. Vaak moeten gezinnen langdurig woonruimte of sanitaire voorzieningen delen. Door het gebrek aan privacy komt de gezinsrelatie onder druk te staan. ‘Kinderen hebben recht op een gezinsleven. Vaders en moeders moeten de kans hebben hun kinderen zo normaal mogelijk op te voeden,’ zegt Helen Schuurmans van de Werkgroep Kind in azc en kinderrechtendeskundige van UNICEF. ‘We pleiten er dan ook voor dat elk gezin een eigen woonruimte krijgt.’
Over het onderzoek
Het onderzoek ‘Leefomstandigheden van kinderen in asielzoekerscentra en gezinslocaties’ is uitgevoerd in opdracht van het Centraal Orgaan opvang Asielzoekers (COA) en de Werkgroep Kind in azc (een samenwerking tussen UNICEF Nederland, War Child, Defence for Children, Kerk in Actie, VluchtelingenWerk Nederland en Stichting De Vrolijkheid). Meer weten? Download hier de samenvatting met conclusies en aanbevelingen, of het volledige rapport.
Gebrek aan privacy is één van de dingen waar gezinnen in azc's mee worstelen. Er ontstaan spanningen die de gezinsrelatie onder druk zetten.
© Stichting de Vrolijkheid/Petra Katanic
Telkens moeten verhuizen, van het ene azc naar het andere: dat zorgt voor onzekerheid en instabiliteit bij kinderen en hun ouders. De kinderen uit het onderzoek verhuisden gemiddeld minimaal één keer per jaar. Maar er zijn ook regelmatig uitschieters: kinderen die vijf of zes keer gedwongen moesten verhuizen. Helen: ‘Elke keer nieuwe vrienden maken, nieuwe leerkrachten leren kennen, behandelingen die worden onderbroken of zelfs niet worden opgestart. De gevolgen van het vele verhuizen zijn echt heel ingrijpend. En deze kinderen hebben al zoveel meegemaakt. Dat moet echt stoppen.’
Onbezorgd spelen, bijvoorbeeld tijdens een kringspel zoals dit, is ontzettend belangrijk voor kinderen in asielzoekerscentra. Vooral oudere kinderen en jongeren missen activiteiten die passen bij hun leeftijd.
© Stichting de Vrolijkheid/Petra Katanic
Goed nieuws is dat 99% van de kinderen in azc’s naar school gaat. Ongeveer 8 op de 10 ouders en kinderen geeft aan tevreden te zijn over het onderwijs. Het rapport signaleert wel een knelpunt in de overgang van de internationale schakelklas naar het reguliere onderwijs: die doorstroming kan beter.
Verder geven jongeren aan dat er voor hen weinig te doen is in de azc’s. Bijna zeven op de tien jongeren nemen (vrijwel) nooit deel aan activiteiten omdat het aanbod niet bij hen past. ‘Spelen en ontspanning lijken misschien ondergeschikt. Maar kinderen hebben het absoluut nodig om traumatische ervaringen te kunnen verwerken,’ aldus Helen. ‘Ook dit moet en kan beter.’
Tussen de locaties blijken grote verschillen te bestaan in het gebruik van de geestelijke gezondheidszorg, en het aanbieden van weerbaarheidstrainingen. Terwijl op alle locaties kinderen zitten die heel heftige dingen hebben meegemaakt. Dat kan zich uiten in buikpijn, slapeloosheid, bedplassen, agressief of juist apathisch gedrag. Helen: ‘Het kan toch niet zo zijn dat we kinderen daarmee laten zitten! We moeten ervoor zorgen dat geen enkel kind over het hoofd wordt gezien en daardoor zorg mist.’
“De leefomstandigheid van kinderen in azc's kan en moet veel beter”
Helen Schuurmans
De gesignaleerde knelpunten zijn groter op de gezinslocaties, waar uitgeprocedeerde gezinnen leven. De regels daar zijn anders en het leefgeld is er minder. Maar liefst 1 op de 3 kinderen zegt zich er onveilig te voelen. Helen: ‘Ieder kind in Nederland heeft dezelfde rechten, maar de kinderen in gezinslocaties krijgen nu minder kansen en lijden onder hun omstandigheden. Dit is onrechtvaardig en gaat lijnrecht in tegen het Kinderrechtenverdrag. Ook deze situatie moet veranderen.’
Asielzoekerscentrum en gezinslocatie: wat is het verschil?
In een asielzoekerscentrum (azc) wonen ouders en kinderen die asiel hebben aangevraagd, in afwachting van hun procedure. Als de asielaanvraag van een gezin is goedgekeurd, verhuist het naar een ‘gewoon’ huis. Wordt de asielaanvraag echter afgekeurd, dan gaat het gezin naar een gezinslocatie. Daar wachten uitgeprocedeerde gezinnen hun uitzetting af. En dat kan soms wel een paar jaar duren.
De politiek buigt zich momenteel over de vraag hoe de opvang van asielzoekers flexibeler en kleinschaliger ingericht kan worden. Helen: ‘Dit is hét moment om de resultaten van dit onderzoek daarin mee te nemen. Het COA en de Werkgroep Kind in azc roepen de politiek dan ook op de aanbevelingen uit het onderzoek ter harte te nemen. Dan kan de opvang echt kindvriendelijker gemaakt worden.’