Met de dood van de 19-jarige Sa'adou begon voor Nuha en haar familie een periode vol rampspoed. "We verhuisden naar AL Wa'er, maar na twee maanden moesten we terug naar Homs. De huur van ons huis was te hoog," vertelt Nuha's moeder. Na de terugkeer van de familie begon eind 2012 de belegering van Homs, die twee jaar zou duren. De stad was verstoken van voedsel en goede medische zorg, waardoor ook het jongere zusje van Nuha overleed. Nuha kon al die ellende niet verwerken. Ze kreeg agressieve buien en sloot zich af van de buitenwereld.
Nu is de belegering van de stad voorbij en gaat het ook een stuk beter met Nuha. Ze gaat naar een door UNICEF ondersteund centrum, waar ze psychosociale zorg krijgt. Het helpt dat ze daar kan tekenen en praten over wat ze heeft meegemaakt. Ze wil weer meedoen aan het leven en spelen met andere kinderen. Ook is ze minder vaak boos en kan ze in een inhaalklas de verloren schooljaren inhalen.
Tussen de ruïnes van Homs ziet Nuha voor zichzelf weer een toekomst. "Ik zit niet in dezelfde klas als andere kinderen van mijn leeftijd, maar ik kan nu wel lezen en schrijven. Ik wil later onderwijzeres worden, dan kan ik dat andere kinderen ook leren."