Het begin van een gevaarlijke reis
12 augustus 2015, ik zit op het vliegveld met mijn ticket in mijn hand. Mijn familie staat rondom mij om afscheid te nemen. Deze dag voelde ik me raar, ik voelde me besluiteloos, ik was bang voor de onbekende toekomst. Voor de eerste keer in mijn leven dacht ik bloedserieus over mijn toekomst. Ik had nog nooit eerder een traan gezien in mijn vaders ogen, maar op het laatste moment dat ik mijn ouders zag, heb ik de vochtige ogen van mijn vader gezien. Dat was wel een teken voor mij dat er echt wat mis was, dat ik me nu echt moest aanpassen en mijn ouders niet teleur mocht stellen. Ik zou ze niet teleurstellen, ik had het motief om te bewegen, om door te gaan, om een stap vooruit te zetten. Een van de dingen die ik wel wist was dat als ik daar bleef, ik minder kansen zou krijgen. Misschien zou ik zelf mijn opties niet kunnen tellen, of niet eens kunnen kiezen!
Ik ben in Turkije, ik stap in Sabiha uit het vliegtuig, we nemen een bus naar Izmir. Ik reisde met mijn vriend vanaf Syrië. Hij is twee jaar ouder dan ik. We hebben deze nacht samen door Izmir gewandeld, we konden op zo’n late tijd geen hotels vinden. Eigenlijk waren er wel veel lege kamers, maar geen enkele voor twee Syrische jongens. Als onze paspoorten in onze zakken zitten en we netjes praten, helpen ze graag. Tot ze een kopie van onze paspoorten wilden maken. Toen waren er opeens geen lege kamers meer.
Mensenshandelaars
De middag daarop heb ik mijn eerste poging gewaagd om in Griekenland te komen. Maar ik werd opgepakt door de politie en meegenomen naar Mardin Camp, ik kreeg niet eens de kans om het water tussen Turkije en Griekenland te zien. Ik werd van de straat geplukt omdat ik Syrisch ben, ik zat met een groepje Syrische mensen die de keuze hadden gemaakt om hun leven te veranderen. Na 24 uur reizen met de bus naar Mardin, werd daar gecontroleerd of ik wel legaal naar Turkije was gekomen. Het “proces” duurde ongeveer een week, ze hadden mijn telefoon en paspoort afgenomen. Ik moest ook nog 100 dollar betalen als boete ofzo (begrijp ik nog steeds niet waarom). Na een week reed ik weer terug naar Izmir. Ik zat daar twee weken te wachten en niks te doen, er was toen een storm en de wind waaide heel erg op zee. Nadat deze weken voorbij waren, probeerde ik opnieuw om in Griekenland te komen.
Ik herinner me nog de gezichten van de mensenhandelaars. Ze zien mensen als schapen. Ze hechten in principe geen waarde aan de klanten. Je maakt wel een deal met hem maar misschien gaat hij jou verkopen. Ze proppen zo vijftig mensen, ook vrouwen en kinderen, in een opblaasbare boot en sturen die de zee op. Ik ben zelf in zo’n boot geweest.