Op de bres voor kinderen, overal en altijd
19 maart 2018 - Gerrit van den BergGerrit van den Berg, woordvoerder van UNICEF Nederland, loopt een dag mee met Geert Cappelaere, regionaal directeur van UNICEF in het Midden-Oosten en Noord-Afrika.
Gerrit van den Berg, woordvoerder van UNICEF Nederland, loopt een dag mee met Geert Cappelaere, regionaal directeur van UNICEF in het Midden-Oosten en Noord-Afrika.
Geert Cappelaere: 'De energie van kinderen inspireert me om door te gaan.'
© UNICEF/Al-Issa
‘Mijn werkochtend vandaag? Regelen dat onze hulpkonvooien Syrische kinderen in nood kunnen bereiken. En afspraken maken met partijen in Jemen zodat we onze hulp daar kunnen uitbreiden. Beide zijn van levensbelang, en er is geen tijd te verliezen.’ Ik loop 24 uur mee met Geert Cappelaere, regionaal directeur van UNICEF in het Midden-Oosten en Noord-Afrika. Een regio vól brandhaarden.
Cappelaere gaat naar Beiroet vandaag, waar de internationale media zich heeft verzameld voor een persconferentie. Cappelaere wil duidelijk maken hoe groot de impact is van zeven jaar oorlog in Syrië. Daarbij vraagt hij in het bijzonder aandacht voor de vele kinderen die gehandicapt zijn geraakt. ‘Ik was een paar weken geleden in Aleppo,’ vertelt hij. ‘Daar sprak ik met kinderen met een handicap. De oorlog heeft hen extra getroffen. Allereerst doordat het geweld vaak de oorzaak is van hun beperking. Maar daarna nóg een keer, doordat de gezondheidszorg verwoest is.’ Toch is dat niet wat hem het meest bijbleef van de gesprekken. ‘De kinderen hadden het niet over hun handicap, ze waren alleen maar bezig met hun toekomst. Het raakte me diep.’
Tijdens de persconferentie komt Bassel (17) binnen. Hij raakte verlamd door het oorlogsgeweld in Syrië en zit in een rolstoel. ‘Ik voelde het branden na de inslag en realiseerde me dat ik me niet meer kon bewegen,’ vertelt Bassel. In Libanon vond hij een veilige plek, ver weg van het geweld. ‘Maar ik wilde niet naar buiten, twee jaar lang deed ik niets. Tot ik me realiseerde dat ik zo nooit mijn dromen zou waarmaken.’ Hij kreeg hulp bij het revalideren en dankzij UNICEF volgt hij nu muzieklessen. De toegestroomde journalisten horen hem spelen op zijn viool. Bassel: ‘Muziek maken werd een doel in mijn leven.’
Zeven jaar oorlog in Syrië: Bassel (17) vertelt tijdens de persconferentie hoe hij zijn leven weer heeft opgepakt, ondanks zijn handicap.
‘Er is geen betere manier om te begrijpen hoe groot de impact is van deze oorlog op kinderen, dan door naar iemand als Bassel te luisteren,’ zegt Cappelaere. Hij vertelt de pers over de miljoenen gevluchte kinderen die afhankelijk zijn van noodhulp. Over de duizend kinderen die alleen al in 2017 gedood werden, en hoe de oorlog in Syrië elk jaar meer slachtoffers onder kinderen eist. Cappelaere: ‘Maar de kinderen van Syrië geven niet op, Bassel getuigt daarvan!’
Na de persconferentie spreekt Cappelaere met de vele journalisten. Twaalf cameraploegen willen allemaal een uitspraak van hem, de Britse krant The Guardian schrijft mee, de NOS is present voor het Nederlandse publiek en na interviews in het Engels, Frans en Nederlands, stapt hij snel in de auto naar de lokale studio van de Arabische nieuwszender Al Jazeera. ‘De oorlog tegen kinderen móet stoppen,’ zegt hij daar met kracht in hun live uitzending.
Weer op weg naar het vliegveld voert Cappelaere in de auto nog snel een gesprek met UNICEF-collega’s uit Libanon. Er is niet genoeg geld om de miljoenen vluchtelingen in het land van water te kunnen blijven voorzien. Op het vliegveld bellen een Belgische krant en Franse radiozender, voordat Cappelaere in het vliegtuig zijn documenten over Jemen openslaat. ‘We willen ons hulpprogramma in Jemen uitbreiden, maar er zijn wat hobbels op de weg.’ Vanavond gaat hij naar een internationale vergadering hierover, en over een paar dagen zal het hij het door oorlog verscheurde land zelf bezoeken. Alles om ervoor te zorgen dat UNICEF’s hulp ook echt dáár komt waar het het meest nodig is.
‘Het is fysiek zwaar,’ zegt Cappelaere. ‘Afgelopen jaar sliep ik maar dertig nachten in mijn eigen huis.’ Het grote aantal crises in de regio waar Cappelaere verantwoordelijk voor is, eisen hun tol van UNICEF-medewerkers in het gebied. ‘Maar het zwaarst vind ik nog dat het heilige principe om de rechten van kinderen áltijd voorop te stellen, zo onder druk staat. Kinderen sterven dagelijks door het geweld, scholen worden gebombardeerd, miljoenen kinderen hebben gebrek aan voedsel, medische zorg en onderwijs.’ Toch blijft Cappelaere onvermoeibaar doorgaan met zijn werk. ‘De ontmoetingen met de kinderen geven me energie. Neem de kinderen die ik sprak in Aleppo. Terwijl ik ontzet was door de verwoesting, keken zij alweer vooruit. De hulp die wij bieden, draagt er direct aan bij dat zij hoop kunnen houden op een toekomst. Dus UNICEF gaat door, altijd, dankzij hun moed.’