Vaccineren is de veiligste manier om kinderen te beschermen tegen levensbedreigende ziektes.
En daarmee kindersterfte tegen te gaan. Een kind dat beschermd wordt door vaccins heeft een betere weerstand tegen infectieziekten, is minder kwetsbaar in tijden van voedselonzekerheid en kan zich verder blijven ontwikkelen.
UNICEF levert ieder jaar meer dan 2 miljard levensreddende vaccins om kinderen te beschermen tegen ernstige ziektes zoals polio en de mazelen. We zijn daarmee de grootste vaccinafnemer wereldwijd en zorgen elk jaar voor levensreddende vaccinaties voor bijna de helft van alle kinderen onder de vijf jaar. Recente studies over vaccinaties wijzen uit dat, wanneer alle kinderen gevaccineerd zijn, het sterftecijfer van kinderen onder de vijf jaar tegen 2030 met een vierde zou kunnen dalen.
Vaccins redden levens, maar dan moeten mensen er wel toegang toe hebben. In 2022 mistten zo’n 20,5 miljoen kinderen levensreddende vaccins. Velen van hen leven in de armste en meest gemarginaliseerde gemeenschappen te wereld. Een dalend vertrouwen in vaccins draagt hier aan bij, evenals een verstoring in de toegang tot vaccins, bijvoorbeeld door COVID-19 en de stijging van kinderen die opgroeien in conflictsituaties.
We weten al heel lang dat vaccinaties cruciaal zijn voor de gezondheid van ieder kind, maar deze cijfers zijn een geweldige bevestiging van dat belang. Vaccinaties helpen kinderen en de wereld vooruit.
Vaccineren tijdens conflict
Oorlog is de ideale voedingsbodem voor ziektes. Om te voorkomen dat infectieziekten verspreiden, zet UNICEF vaccinatiecampagnes op, zoals die tegen een polio-uitbraak in Gaza. Ondanks conflict gerelateerde obstakels, werden met twee campagnes in 2024 meer dan 95% dekking bereikt. Echter bleven sommige kinderen in zwaar getroffen gebieden onbereikbaar, waardoor in februari 2025 opnieuw werd gevaccineerd.

Gevaccineerd worden helpt levens redden
In de afgelopen 50 jaar werden gemiddeld, elke minuut, 6 levens gered door vaccins. Wanneer je je laat vaccineren bescherm je niet alleen jezelf tegen een aantal ernstige ziektes, maar je draagt ook bij aan de bescherming van andere. Dat gebeurt door middel van wereldwijde groepsimmuniteit. Hierdoor wordt voorkomen dat de ziekte wordt doorgegeven en bescherm je de mensen die het vaccin niet hebben of niet kunnen innemen.
In de afgelopen decennia zijn er enorme resultaten geboekt op het gebied van vaccinaties. Voordat het mazelenvaccin werd geïntroduceerd in 1963, overleden naar schatting ieder jaar zo’n 2,6 miljoen mensen aan de mazelen. In 2021 was dit aantal gedaald naar 128.000.
- Elk jaar redden vaccins het leven van 4,4 miljoen kinderen.
- In de afgelopen 50 jaar hebben vaccinaties maar liefst 154 miljoen levens van kinderen en volwassenen gered.
- Daarvan zijn er 94 miljoen minder sterfgevallen, alleen al door het vaccin tegen mazelen.
- Wereldwijd zijn er 101 miljoen baby’s gered door het vaccinatieprogramma, waarmee de kindersterfte met 42 procent is afgenomen.
Volgens het VN-Kinderrechtenverdrag (art. 24) hebben alle kinderen recht op toegang tot gezondheidszorg, vaccineren valt hieronder. UNICEF ziet vaccineren als een vrijwillige keuze, maar ouders hebben het recht op goede voorlichting over de voordelen en de minimale risico’s, zodat zij een weloverwogen beslissing kunnen maken.
Wanneer we kinderen niet vaccineren, riskeren we hun leven en gezondheid – evenals de groei en ontwikkeling van onze samenleving. Om elk kind te vaccineren is het van vitaal belang om de eerstelijnszorg te versterken en gezondheidsmedewerkers van de middelen en steun te voorzien die ze nodig hebben. Bovendien is het cruciaal dat ouders en gemeenschappen geloven in de waarde van vaccins. Aan al die onderdelen werkt UNICEF.
Het maakt niet uit hoe afgelegen of uitdagend de omgeving ook is, UNICEF vindt innovatieve manieren om kinderen te vaccineren. Ook als gemeenschappen geteisterd worden door conflict, of in gebieden wonen die door standaard voertuigen niet bereikt kunnen worden, we denken mee en leveren de benodigdheden om iedereen te bereiken.
Wat doet UNICEF?
UNICEF streeft naar een wereld waarin geen enkel kind nog sterft aan oorzaken die vermeden kunnen worden. We schaffen jaarlijks meer dan 2 miljard doses vaccins aan voor routinevaccinaties en vaccinatiecampagnes in bijna 100 landen. In samenwerking met overheden en andere partners, zetten we ons ervoor in dat ieder kind gevaccineerd kan worden, met name de meest kwetsbare kinderen. Dit doen we door gezondheidssystemen te versterken, door bijvoorbeeld gezondheidswerkers te trainen in het toedienen van vaccins. Maar ook te zorgen dat diezelfde gezondheidswerkers de vaccins op een veilige manier kunnen transporteren, door te investeren in koelapparatuur (koude keten). Hierdoor kunnen zelfs de meest afgelegen en moeilijk-te-bereiken gebieden worden bereikt.
Maar dat is niet het enige wat UNICEF onderneemt om te zorgen voor een hoge vaccinatiegraad wereldwijd. Dit doen we concreet:
- Onderhandelen met fabrikanten om de prijs van vaccins te verlagen;
- Onderzoeken waarom soms het vertrouwen in vaccins afneemt. Als we dat weten ontwikkelen we op feiten-gebaseerde voorlichtingscampagnes, waarmee we eventuele zorgen bij ouders weg kunnen nemen. We werken hierin vaak samen met religieuze leiders en andere invloedrijks gemeenschapsleiders;
- Vaccinatiecampagnes op te zetten waarmee we in korte tijd grote groepen kinderen kunnen bereiken met vaccinaties. We zetten deze bijvoorbeeld op wanneer grote groepen kinderen als gevolg van bijvoorbeeld een ramp of conflict hun routinevaccinaties gemist hebben.


Wat doet UNICEF in Nederland?
UNICEF is in Nederland niet betrokken bij het nationale vaccinatieprogramma, zoals in andere landen. Dit omdat de overheid een goed systeem heeft waar alle kinderen in Nederland aan deel kunnen nemen, het zogenoemde Rijks Vaccinatie Programma (RVP). De meeste ouders in Nederland (tussen 92 en 99 procent) kiezen ervoor hun kind te laten vaccineren. Zij zien vooral de voordelen van vaccinaties. Sinds 2015 laat de vaccinatiegraad echter ook een dalende trend zien. Deze afname lijkt vooral te liggen in een dalend vertrouwen in vaccinaties. In 2022 was de vaccinatiegraad ongeveer 2 tot 5 procent lager dan het jaar daarvoor. Voor bijvoorbeeld mazelen daalt de vaccinatiegraad voor baby’s nu voor het eerst in jaren onder de 90 procent.
De redenen van ouders om niet (alle) vaccinaties voor hun kinderen te halen lopen uiteen. Sommigen denken dat het onnodig is omdat de ziekte niet meer voorkomt in Nederland, of onderschatten de ernst omdat ze deze niet meer (her)kennen. Ook gaan ouders twijfelen door tegenstrijdige informatie op internet. Andere ouders zijn bang voor bijwerkingen en bij een deel spelen religieuze overwegingen een rol.

Ook in een land als Nederland, waar er een goede gezondheidszorg is, kunnen kinderen ernstig ziek worden infectieziekten, opgenomen worden in het ziekenhuis of zelfs overlijden. Vaccinaties bieden hiertegen bescherming. Daarnaast treedt er bij een hoge vaccinatiegraad (95 procent) groepsbescherming op, waardoor kinderen die bijvoorbeeld door hun kwetsbaarheid niet gevaccineerd kunnen worden, ook beschermd zijn.
UNICEF vindt het zorgelijk dat steeds minder kinderen in Nederland volledig gevaccineerd zijn. Wanneer steeds minder kinderen deelnemen aan het vaccinatieprogramma, wordt hun gezondheid in gevaar gebracht.
