Leven in een vluchtelingenkamp: 9 dingen die je nog niet wist
Wat stel jij je voor bij het leven in een groot vluchtelingenkamp? Deze weetjes zullen je verbazen!
1. Er wonen tienduizenden mensen
Ze zijn niet allemaal zó groot, maar vluchtelingenkampen kunnen de grootte aannemen van een middelgrote Nederlandse stad. In Al Za’atari bijvoorbeeld, een kamp midden in de woestijn van Jordanië, wonen ruim 80.000 mensen. Dat is vergelijkbaar met Purmerend, Schiedam of Hengelo. Overigens is van die 80.000 mensen meer dan de helft kind.
2. De winters zijn ijskoud
Hete zomers en strenge winters: in een kamp als Al Za’atari heb je te maken met harde weersomstandigheden. Krista van den Berg van UNICEF Nederland bezocht in het najaar Al Za’atari: '’s Zomers legt het zand over alles een laagje stof. Dat verandert in modder zodra het regent. In de winter wordt het vervolgens héél koud. Niet dat het voortdurend vriest, maar als je half buiten leeft en moet slapen in een tochtig noodhuisje, is het bij 10 graden ook héél koud.'
3. Je kunt er niet zomaar in of uit
Een vluchtelingenkamp is zéker geen gevangenis, maar je bent er ook niet volledig vrij. Er wordt precies geregistreerd wie in het kamp is en wie niet. Krista: 'Wil je het kamp verlaten, dan heb je daar een vergunning voor nodig. Ben je zonder vergunning buiten het kamp, dan loop je het risico opgepakt en teruggestuurd te worden. Een streng beleid, maar noodzakelijk voor de veiligheid in en buiten het kamp.'
4. Water in de woestijn? Daar komt heel wat bij kijken
Hoe zorg je voor genoeg schoon water voor tienduizenden mensen middenin de woestijn? Dat is een enorme klus. Krista: 'Toen Al Za’atari er net was, was water héél schaars. UNICEF gaf toen prioriteit aan de opzet van een goed watersysteem. Nu brengen trucks vanuit de omliggende steden dagelijks vers water naar het kamp. Het afvalwater wordt opgevangen en afgevoerd.'
5. Bloementuintje tussen de containers
In de grotere vluchtelingenkampen staan meestal geen tenten meer, maar containers om in te wonen. Het viel Krista op dat mensen hun onderkomen zo huiselijk mogelijk proberen te maken. 'Ik heb gezien dat iemand een bloementuintje tussen de containers had aangelegd, dat kinderen duiven of andere kleine huisdieren hadden. Sommige gezinnen wonen al járen in zo’n kamp. Ze proberen er het beste van te maken.'
6. Kinderen gaan 'gewoon' naar school
Als de schoolbel luidt, komen kinderen van alle kanten toestromen: ook in een groot vluchtelingenkamp is dat een heel gewoon dagelijks beeld. Krista: 'UNICEF vindt het heel belangrijk dat gevluchte kinderen zo snel mogelijk weer naar school gaan. School geeft immers structuur aan de dag. En de onderwijsachterstand van kinderen mag niet nog verder oplopen. Ze zijn soms jaren niet naar school geweest! Vandaar dat we er ook voor zorgen dat lokalen verwarmd worden tijdens de winter, zodat kinderen altijd naar school kunnen.'
7. Shoppen aan de Champs-Elysées?
De bewoners van Al Za’atari noemen het de 'Champs-Elysées': de centrale winkelstraat in het kamp. Je vindt er talloze winkels, van kledingzaken tot falafeltentjes. In een stad van 80.000 mensen is immers heel wat nodig. Gezinnen krijgen soms 'kinderbijslag' van UNICEF, een financiële bijdrage waarover ze zelf kunnen beschikken. Krista: 'Dan kun je kopen wat jouw gezin op dat moment het hardst nodig heeft. En zo stimuleren we ook de lokale mini-economie.'
8. Veilige plek om te spelen
Het leven in een groot vluchtelingenkamp kan voor kinderen gevaarlijk zijn - net zoals in een 'gewone' stad. Daarom zorgt UNICEF voor Child Friendly Spaces: plekken waar kinderen veilig zijn en waar ze onbezorgd kunnen spelen. Krista: 'In Al Za’atari gaan ’s ochtends de jongens naar school en is er voor de meisjes een programma in de Child Friendly Spaces. ’s Middags wisselt dat. Er zijn groepsactiviteiten, creatieve werkvormen, en er is aandacht voor het verwerken van traumatische ervaringen.'
9. Het leven gaat door
Hoe zwaar de omstandigheden ook zijn, ook in een vluchtelingenkamp gaat het leven dóór. Krista: 'Mensen bouwen een mini-maatschappij op. Met een vuilophaaldienst en een medische post. Met wooncontainers rond een plaatsje, dat wordt afgeschermd om wat meer privacy te creëren. Met straatjes en wijken waarin familieleden of oud-buurtgenoten elkaar opzoeken, om nog iets van houvast te hebben. Met een onverwoestbare gastvrijheid, om ook jou nog te laten delen in het weinige dat er is. Als je niet beter zou weten…'