Hoe praat je met je kinderen over haatspraak?

Haatspraak heeft een lange geschiedenis, maar door de opkomst van online communicatie kan het zich nu snel en wijdverspreid verspreiden. Bijna alle kinderen en jongeren zullen op een bepaald moment haatspraak tegenkomen, zowel online als in het echte leven. Als ouder is het belangrijk om met je kind over haatspraak te praten, zodat ze het kunnen herkennen en weten wat ze moeten doen.

Foto van Logan, jongen met blond haar aan tafel voor de verkiezingscampagne

Wat is haatspraak eigenlijk?

Haatspraak is elke vorm van communicatie – gesproken, geschreven of gedragsmatig – die een persoon of groep aanvalt of discrimineert op basis van identiteit, zoals religie, etniciteit, nationaliteit, ras, huidskleur, afkomst, handicap, leeftijd, gender of seksuele geaardheid. Het kan ook andere identiteitsfactoren omvatten, zoals taal, sociaaleconomische achtergrond of gezondheidstoestand.  

Haatspraak is niet alleen woorden. Het kan ook voorkomen via beelden, video’s, symbolen, etc., en komt zowel offline als online voor. Het doel is om een emotionele reactie uit te lokken, zoals angst, verdriet, isolatie of intimidatie, en om haat in de samenleving te verspreiden, soms zelfs met geweld tot gevolg. Vaak richt haatspraak zich op historisch kwetsbare en gemarginaliseerde groepen.  

Hoe worden kinderen beïnvloed door haatspraak?  

Kinderen zijn bijzonder kwetsbaar voor haatspraak. Als ze haatspraak horen of lezen die gericht is op hun identiteit, zoals hun huidskleur of gender, kunnen ze zich anders of ‘niet goed genoeg’ voelen. Dit kan hun zelfbeeld aantasten en leiden tot mentale gezondheidsproblemen zoals angst en depressie.  

Vrijheid van meningsuiting is een mensenrecht. Het bestrijden van haatspraak beschermt dit recht. Je kunt het namelijk oneens zijn met iemand zonder hun veiligheid of welzijn te bedreigen. Haatspraak beperkt juist de vrijheid van meningsuiting, omdat mensen die worden aangevallen zich niet veilig voelen om zichzelf te uiten.  

Wat is trolling?  

“Trolling” is wanneer iemand online berichten plaatst om een reactie uit te lokken. Het doel is verstoring, aandacht krijgen en anderen van streek maken.”Trolling” verandert in haatspraak wanneer het haat en discriminatie bevordert tegen iemands identiteit, zoals gender, ras of seksuele geaardheid. “Trolls” verbergen zich vaak achter nepaccounts of anonimiteit, waardoor ze moeilijk te identificeren zijn. 

Hoe praat je met je kinderen over haatspraak?

Gesprekken over onderwerpen zoals haat, racisme, seksisme en xenofobie kunnen ongemakkelijk zijn voor veel ouders. Toch is het belangrijk om een veilige ruimte te creëren waarin je kind met je kan delen wat hem of haar bezighoudt. Elke familie voert dit soort gesprekken op een andere manier, maar onthoud: jij kent je kind het best. Gebruik taal die past bij hun leeftijd, luister goed en geef ze de ruimte om te delen, ook als dat langzaam gaat of verspreid is over meerdere gesprekken. Let op hun reacties en wees gevoelig voor hun niveau van angst.

Leg uit dat iedereen het recht heeft om zich veilig te voelen in de samenleving en met waardigheid en respect behandeld te worden. Haatspraak is altijd verkeerd, en het is aan ons allemaal om het af te wijzen. Verken samen wat haatspraak is door vragen te stellen als: ‘Wat denk jij dat haatspraak is?’ Of ‘Hoe voel jij je als je haatspraak ziet of hoort?’. 

Moedig je kind aan om open en nieuwsgierig te zijn naar anderen. Sommige vormen van haatspraak komen voort uit onwetendheid of verkeerde informatie. Leer je kind het verschil tussen intentie en impact, dat woorden anderen kunnen kwetsen, ook als dit niet de bedoeling was.  

Wat kan je doen als je kind zelf haatspraak ervaart?

Alle kinderen hebben recht op bescherming tegen alle vormen van lichamelijk of geestelijk geweld, letsel of misbruik. Incidenten van haatspraak moeten altijd serieus worden genomen. Afhankelijk van de situatie kun je het melden bij de school van je kind, het platform waarop het gebeurde, of bij de politie.  

Als je kind haatspraak heeft meegemaakt, geef hem of haar dan eerst de tijd om uit te leggen wat er is gebeurd. Luister aandachtig en zeg dat je blij bent dat ze naar je toe zijn gekomen. Richt je op het gevoel van gehoord en gesteund worden. Je kind zal eerder open zijn als jij rustig blijft over wat je hoort. Wees duidelijk dat haatspraak verkeerd is en dat je kind trots mag zijn op alle aspecten van zijn of haar identiteit. 

Kind op bank in parkje

Haatspraak kan op verschillende plekken voorkomen, namelijk:

  • Op school: als de haatspraak afkomstig is van een leerling op school, probeer dan bewijsmateriaal te verzamelen en meld het bij de school. Bespreek met de schoolleiding hoe ze de veiligheid van je kind gaan waarborgen en welke gevolgen er zijn voor degene die de haatspraak heeft geuit. Discipline moet altijd direct, geweldloos en gericht zijn op gedragsverbetering en herstel – niet op vernedering of straf. Als de school een counselor heeft, praat dan met hem of haar over de ervaring van je kind om te bepalen hoe je kind het beste ondersteund kan worden. 
  • Van iemand buiten de school: als de haatspraak afkomstig is van iemand buiten de school, documenteer dan het bewijs en overweeg om aangifte te doen bij de politie. Aarzel niet om contact op te nemen als je je zorgen maakt over de veiligheid van je kind. 
  • Online: bewaar het bewijs en meld het bij het sociale mediaplatform. Controleer welke tools beschikbaar zijn op het platform om de verzender te blokkeren of te beperken.